Dat staat in het eerste duurzaamheidsverslag Op weg naar een duurzame MVO-sector dat vandaag over de sector is gepubliceerd. Volgens Rhandy Macnack, directeur Cargill en vicevoorzitter van het Productschap MVO is duurzame ontwikkeling al jaren een belangrijke prioriteit in de oliën- en vettensector. “Productschap MVO is voor ons een onmisbaar platform”, aldus Macnack die het verslag vanmiddag overhandigde aan de vaste Kamercommissie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). “Het productschap zorgt dat alle schakels in de keten samenwerken aan duurzaamheid; van teelt, handel en verwerking tot aan de eindgebruiker. Een duurzame sector is noodzakelijk voor een gezonde aarde en dus een gezonde toekomst van onze bedrijven”.
De Nederlandse oliën- en vettenindustrie heeft een unieke positie om verduurzaming internationaal aan te jagen. Nederland is een van de grootste importeurs en verwerkers van oliezaden, tropische oliën en vetten in Europa. De sector levert oliën en vetten die een belangrijke basis zijn voor veel levensmiddelen, veevoeder en producten, zoals verf, kunststoffen en biobrandstoffen.
Het duurzaamheidsverslag beschrijft de noodzaak om mondiaal over te schakelen op verantwoorde teelt. De vraag naar oliën en vetten stijgt de komende decennia fors door de groei van de wereldbevolking en de stijgende koopkracht in opkomende economieën. Daarom moet de mondiale voedselproductie met circa 70 procent omhoog. Ook worden gebruikte frituurvetten, dierlijk vet en plantaardige oliën steeds vaker gebruikt als hernieuwbare grondstof voor de biobased economie.
De MVO-sector speelt een cruciale rol bij het verzorgen van voedselzekerheid. De noodzakelijke uitbreiding van de teelt in met name Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië mag echter niet ten koste gaan van waardevolle biodiversiteit, zoals het regenwoud in Brazilië en Indonesië. Ook moeten de rechten van de lokale bevolking, werknemers en kleine boeren worden gerespecteerd.
De Nederlandse oliën- en vettensector heeft de afgelopen jaren zijn verantwoordelijkheid genomen. Zo is actief bijgedragen aan het oprichten van de internationale ronde tafels voor duurzame palmolie (RSPO) en verantwoorde soja (RTRS) die de criteria hebben opgesteld voor verantwoorde teeltmethoden. Ook zijn forse energiebesparingen bereikt in Nederlandse fabrieken en is de vetzuursamenstelling in voedingsmiddelen sterk verbeterd.
De komende jaren richt de sector zich onder andere op de volgende ambities:
. 100 procent duurzame palmolie en soja voor de Nederlandse markt in 2015
. Verbetering van energie-efficiency in de productie van 30 procent, ten opzichte van 2005
. Stimuleren van het inzamelen van gebruikt frituurvet bij consumenten