Palmoliebedrijven gebruiken, op zoek naar nieuwe grond, vaak gewelddadige technieken om de inheemse bevolking van haar land te verjagen. Families die voorheen in staat waren in hun eigen behoeften te voorzien, worden overgehaald om hun land op te geven in ruil voor nieuwe ontwikkelingsprojecten en werkgelegenheid. Maar in werkelijkheid verliezen zij hun land en krijgen ze daar slecht betaalde banen voor terug, terwijl hun bos verandert in een plantage. Pesticiden en kunstmest vervuilen het drinkwater. Voornamelijk vrouwen ondervinden schade, omdat zij als gifsproeiers werken op de plantages.
De Europese Commissie heeft onlangs voorgesteld om tien procent van alle brandstoffen in 2020 uit biobrandstoffen te laten bestaan. De verwachting is dat hierdoor de vraag naar palmolie voor brandstof verder toe zal nemen. Milieudefensie en haar lokale partners in Indonesië roepen het Nederlandse, maar ook het Europese parlement op om deze bijmengverplichting van tafel te vegen.
Nederland is in Europa de grootste importeur van palmolie. De olie wordt grotendeels voor voedsel gebruikt, maar momenteel worden er in Nederland installaties gebouwd voor de verwerking van plantaardige oliën, zoals palmolie tot brandstof. Daardoor zal de vraag naar palmolie enorm toenemen. Alleen al in de Rijnmond zijn minimaal vier dieselfabrieken gepland met een gezamenlijke capaciteit van 2,25 miljoen ton voor agrobrandstoffen1.
Abetnego Tarigan, directeur van de Indonesische organisatie Sawit Watch:
‘Palmoliebedrijven in Indonesië hebben nu al 7,3 miljoen hectare land voor palmolie in bezit genomen, een gebied zo groot als bijna twee keer Nederland. Indonesië is zelfs van plan om nog verder uit te breiden met een gebied van 20 miljoen hectare. De aanleg van palmolieplantages heeft inmiddels geleid tot meer dan vijfhonderd conflicten tussen bedrijven en lokale dorpelingen’.
Anne van Schaik, campagneleider globalisering en milieu bij
Milieudefensie: ‘Dit rapport laat zien dat palmolie niet alleen slecht is voor het milieu, maar ook enorme sociale gevolgen heeft.
Biobrandstoffen die afkomstig zijn van grootschalige plantages, leiden niet alleen tot ontbossing en extra CO2-uitstoot, maar ook tot schrijnende sociale problemen. Dat moeten we niet willen. Er zijn maatregelen genoeg waarmee de uitstoot van broeikasgassen door het verkeer kan worden aangepakt, zoals zuiniger auto’s, lagere maximumsnelheden, stoppen met de aanleg van nieuw asfalt en bevorderen van het openbaar vervoer.’