Krouwel verdient volgens de jury de titel dit jaar ‘vanwege zijn gedrevenheid en doorzettingsvermogen om in de harde en conservatieve bankwereld te vechten voor het realiseren van zijn persoonlijke idealen’. Ook oordeelde de jury: ‘We moeten zo’n groene pion in de harde bankwereld omarmen en steunen.’ Bart Jan Krouwel is eerder een ‘pionier’ dan een ‘pion’. Geboren in 1946, is hij meer dan twintig jaar een toonaangevende speler op het gebied van duurzaam ondernemen en bankieren.
Hij is een van de oprichters van Triodos Bank. De bank, gebaseerd op de antroposofische beginselen, ging in 1980 van start. Volgens Krouwel liggen daar zijn wortels voor alles wat hij nu doet. ‘De traditionele bankiers beschouwden het als een gril van de antroposofen. Zij dachten dat wij wel weer snel failliet zouden gaan. Mijn doel was om de bank zo snel mogelijk overbodig te maken. Mijn doel zou bereikt zijn als de ”mainstream” grootbanken ook maatschappelijke en duurzame criteria zouden aanhouden voor hun reguliere bedrijfsvoering.’ Zover is het nog niet. Hoewel de grote financiële instellingen intussen wel allerlei duurzame bank- en beleggingsproducten voeren, is duurzaam bankieren nog geen mainstream, zoals Krouwel dat noemt. Hij kan het weten, want zes jaar geleden maakte Krouwel op uitnodiging van de toenmalige bestuursvoorzitter Herman Wijffels de overstap naar de Rabobank. ‘Het was toen een uitdaging’, zegt Krouwel, ‘en dat is het nu nog. Ik ben nog steeds bezig om intern de collega’s te overtuigen van het nut en de noodzaak van duurzaamheid.’
Krouwel is betrokken bij belangrijke discussiegremia over duurzaam ondernemen. Hij is betrokken bij de World Business Council for Sustainable Development, een netwerk multinationals die hun best doen om duurzaam te ondernemen en bij te dragen aan een duurzame ontwikkeling. Hij is actief in het Unep-Finance Initiative, de werkgroep van financiële instellingen voor het milieuprogramma van de Verenigde Naties. Sinds juli is Krouwel voorzitter van de European Partners for the Environment, een raad van vertegenwoordigers uit de overheidssector, het bedrijfsleven en van niet-gouvernementele milieuorganisaties.
Op de VN-conferentie over duurzame ontwikkeling afgelopen zomer in Johannesburg maakte Krouwel zich bijzonder boos op het toen nog nieuwe kabinet, dat de fiscale vrijstelling voor groen en ethisch beleggen wilde afschaffen. Als hij daaraan herinnerd wordt, moet Krouwel wel een beetje grinniken. ‘Pieter van Geel (staatssecretaris van Milieu, red.) moest woensdag aan mij de prijs uitreiken. Hij vertelde aan het publiek dat ik in Johannesburg een hele avond op hem heb ingepraat om de groenregeling te behouden. Het is toch belachelijk dat een aantal ministeries doelstellingen heeft voor duurzame ontwikkeling maar die niet kan waarmaken omdat het ministerie van Financiën besluit om een heel goede regeling op te heffen. Die boodschap is, geloof ik, wel aangekomen. De groenregeling is blijven bestaan.’
Krouwel is niet somber over duurzame ontwikkeling, maar erg goed gaat het nog niet. ‘Maar het is goed als ik redelijk gefrustreerd blijf, dat houdt me scherp. En ik ga hier ministens mee door tot mijn tachtigste. Er moet zoveel gebeuren.’
Voor Krouwel zelf is het belangrijkste probleem waar bedrijven zich de komende jaren voor moeten inzetten de bestrijding van de armoede. ‘Armoede is de bron van bijna alle problemen van nu.’ Hij doelt daarmee op immigratie, milieuproblemen en uitputting van natuurlijke hulpbronnen. ‘Het is goed dat de groenregeling is gebleven. Nu kunnen we geld aantrekken via de sociaal-ethische fondsen om te investeren in kleinschalige projecten die helpen tegen de armoede.’
Marleen Janssen Groesbeek