Vandaag is in Bangladesh het driejarig Better Work Programma van start gegaan. Het Better Work programma van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en International Finance Corporation (IFC) is gericht op verbetering van de werkomstandigheden in de textielfabrieken in Bangladesh. Het Better Work programma wordt publiek-privaat gefinancierd, waaronder door de grote kledingmerken en fabrikanten. Landen als het Verenigd Koninkrijk en Nederland hebben eerder financiële steun toegezegd.
Minister Ploumen heeft dit voorjaar het voortouw genomen om tezamen met andere landen de misstanden in de textielsector in Bangladesh aan te pakken. Ploumen denkt dat door samenwerking binnen het Better Work programma tussen concurrerende textielbedrijven, fabrikanten, sociale partners en overheden het mogelijk is om gezamenlijk verbeteringen in de Bengaalse textielsector neer te zetten. ‘Hoewel de bal bij het bedrijfsleven ligt, zie ik het als een gezamenlijke plicht om de omstandigheden in textielsector te verbeteren. We kunnen niet meer naar elkaar blijven wijzen en alle betrokken partijen – de Bengaalse overheid, de textielsector, producenten, consumenten en andere overheden – moeten nu hun verantwoordelijkheid nemen om de vicieuze cirkel te doorbreken’, aldus de minister. Sinds 2006 zijn ruim 1500 textielwerkers in textielfabrieken in Bangladesh omgekomen.
‘Resultaten laten ook zien dat betere werkomstandigheden leiden tot hogere productiviteit en verbeterde concurrentie kracht van fabrieken’, aldus Ploumen. ‘Die resultaten zijn belangrijk om fabrieksmanagers te laten zien dat betere werkomstandigheden goed zijn voor zowel werknemers als voor werkgevers’. In Cambodja bijvoorbeeld, heeft Better Work werknemers betrokken bij activiteiten voor veilige arbeidsomstandigheden door een wedstrijd uit te schrijven voor goede ideeën voor het verbeteren van brandveiligheid in de fabrieken.
‘We mogen niet accepteren dat textielarbeiders enorme veiligheidsrisico’s moeten lopen om voor ons spijkerbroeken en t-shirts te maken. Een lage prijs mag niet ten koste van alles gaan. En dan te beseffen dat van een t-shirt van tien euro slecht 50 cent naar de producent gaat. De race naar de laagste prijs moet op deze manier worden gestopt’.