De nieuwste cijfers van Plastics Europe laten een scherpe daling van de plasticproductie in Europa zien. De daling is sterker dan verwacht en treedt voor het eerst ook op bij de productie van mechanisch gerecycled plastic. Europa boet daarmee snel in aan concurrentiekracht op de wereldmarkt voor plastic. Nederland staat in de top 3 van Europese landen waar de productie het hardst terugvalt. Ons aandeel in de Europese productie daalde van 11,7% in 2022 naar 10,8% in 2023. Het volume liep terug van 6,8 Mt naar 5,4 Mt.

De totale plasticproductie in de EU liet in 2023 een scherpe daling zien: -8,3% ten opzichte van 2022, tot een totaal van 54 Mt. De productie van mechanisch gerecycled plastic uit huishoudelijk afval (post-consumer) daalde eveneens; met 7,8%, tot 7,1 Mt. Deze cijfers staan in schril contrast met een wereldwijde groei van de productie van plastic met 3,4%. Het Europese aandeel op de wereldmarkt is hierdoor verder gedaald naar 12%. Hoewel Europa naar waarde een positief handelsoverschot houdt, is naar volume nu netto-importeur van plastic harsen (in 2022) en plastic eindproducten (in 2021). De export van plastic harsen daalde tussen 2020 en 2023 met maar liefst 25,4%.

Verlies concurrentiekracht bedreigt plastic transitie

Het verlies aan concurrentiekracht is een serieuze bedreiging voor de transitie van de industrie naar circulair plastic. Als derde materiaal na beton en staal, is plastic onmisbaar in onze economie. De plasticindustrie voorziet andere maak industrieën van grondstof en levert essentiële bouwstenen voor oneindig veel toepassingen en producten die elke sector raken. Naast de verpakkende industrie, de grootste afnemer van plastic, groeit de afhankelijkheid van plastic nagenoeg alle segmenten van industriële productie. Van de gezondheidszorg tot de auto-industrie, elektronica, hernieuwbare energie, bouw en infrastructuur, of de productie van de meest uiteenlopende consumentengoederen; in toenemende mate passen ze kunststoffen toe. De verder afkalvende productie ondermijnt dus ook de levensvatbaarheid van de hele Europese plasticwaardeketen. In totaal gaat het daarbij om meer dan 1,5 miljoen banen en 51.700 bedrijven, samen goed voor een omzet van €365 miljard in de EU. Bij een gebrek aan duidelijke, samenhangende wetten en regels die de concurrentiekracht van de industrie ondersteunen, zet Europa haar leidende rol in duurzame plastic innovaties op het spel, waarmee ook de voordelen voor economie en milieu verloren gaan.

Marco ten Bruggencate, voorzitter van Plastics Europe en president Dow EMEAI:
Europa loopt het risico steeds afhankelijker te worden van geïmporteerde plastics die niet altijd voldoen aan de EU-normen, terwijl EU-productiefaciliteiten nu al sluiten. De harde waarheid is dat industriële activiteiten en duurzame investeringen in plasticproductie nu al wegtrekken uit Europa door een moeilijk investeringsklimaat. De vaak ongecontroleerde importen zullen deze trend alleen maar verergeren. We hebben een kleine kans om investeringen nu alsnog aan te trekken om zodoende onze concurrentiepositie te herwinnen.

Geen businesscase voor recyclers en een overgang naar circulair plastic

Uit data van de leden van Plastics Europe blijkt dat de import van plastic harsen en eindproducten uit regio’s met minder strenge milieunormen sterk stijgt. Dit komt mede doordat er wereldwijd sprake is van overcapaciteit in de productie van plastic. Dit ondermijnt de businesscase voor Europese plastic recyclers en bedreigt de overgang naar een circulaire plastic keten. De cijfers bevestigen opnieuw dat de plasticindustrie, net als andere EU-sectoren, lijdt onder hoge productiekosten ten opzichte van andere continenten, veroorzaakt door onevenredig hoge energie-en grondstofprijzen, aanhoudende inflatie en de beperkte beschikbaarheid van circulaire grondstoffen. Dit valt samen met een zwakke Europese groei en een recessie in enkele belangrijke Europese economieën en sectoren.

Duidelijk beleid nodig

Er is urgent behoefte aan geharmoniseerd Europees beleid en regelgevend kader. Concreet gaat het dan over: ambitieuze doelen voor het ‘bijmengen’ van gerecycled materiaal in nieuwe producten, het accepteren van massabalans om opschaling van innovatieve methoden voor
(chemische) recycling mogelijk te maken, het vereenvoudigen van vergunningprocedures voor nieuwe circulaire fabrieken die bijdragen aan CO2 -reductie en over eenduidige monitoring en certificering. Dit laatste is nodig om te waarborgen dat import aan dezelfde EU-normen voldoet. Tot slot moeten fiscale en economische maatregelen dringend op de schop, op zowel EU- als op nationaal niveau, om de productie van circulair plastic concurrerend te maken.