Het beprijzen van CO2-uitstoot blijkt effectief en heeft in potentie gunstige effecten voor de kosten van beleid in vergelijking met ander beleid om CO2-uitstoot te reduceren. Dit blijkt uit een deze week verschenen publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) over de economische gevolgen van een CO2-beprijzing. Deze publicatie laat overwegingen zien bij verschillende manieren van CO2-beprijzen, vooruitlopend op enkele concrete doorrekeningen van beprijzingsvarianten die later zullen worden gepubliceerd.
Als alle sectoren dezelfde prijs voor CO2-uitstoot zouden betalen, dus met een uniforme CO2-prijs, dan kan de uitstoot relatief goedkoop worden verminderd bij de energie-intensieve industrie en de elektriciteitsopwekking. Er hoeft dan minder een beroep te worden gedaan op bijvoorbeeld de gebouwde omgeving, waar al hoge impliciete belastingen gelden en verdere uitstootreductie relatief duur is. Als de CO2-beprijzing alleen gericht wordt op de energie-intensieve industrie zijn de voordelen veel minder.
Uniforme prijs kent wel risico op weglekeffecten
Een uniforme CO2-prijs in Nederland leidt wel tot CO2-weglek. Sommige sectoren opereren in een internationaal concurrerende setting, zoals de grootschalige energie-intensieve industrie (mondiaal) en de elektriciteitsproductie (buurlanden), andere niet. De uniforme beprijzingsvariant leidt juist tot relatief grote inspanningen in de sectoren die zijn blootgesteld aan internationale concurrentie en die daardoor marktaandeel kunnen verliezen aan het buitenland. De productie in het buitenland kan daardoor toenemen. Daarmee stijgen mogelijk ook de emissies buiten Nederland en is sprake van CO2-weglek.
Terugsluis en internationale beleidscoördinatie kunnen weglekrisico beperken
Weglekeffecten blijken te kunnen worden beperkt door specifieke terugsluisopties, maar internationale beleidscoördinatie –zelfs alleen met buurlanden – helpt ook. Een subsidie op schone technologie zorgt voor minder weglek en een lagere benodigde CO2-prijs voor eenzelfde reductie-inspanning. Weglekeffecten worden ook weggenomen door meer internationale beleidscoördinatie, zoals het gezamenlijk invoeren van CO2-beprijzing met andere Europese landen.
Studie sluit aan bij politiek discussie CO2-beprijzing
De wenselijkheid van unilaterale beprijzing van CO2-emissies is onderwerp van debat; economen zien effectief en efficiënt beleid, tegenstanders vrezen sluiting van bedrijven in de energie-intensieve industrie. In het kader van een te sluiten Klimaatakkoord wordt volop gediscussieerd over nut en noodzaak van beprijzing van CO2-emissies. Deze publicatie analyseert verschillende opties voor beprijzing tegen de achtergrond van de kabinetswens om onder meer een voorloper te zijn in CO2-reductie en tegelijkertijd verplaatsing en andere neveneffecten te beperken. Het onderzoek laat zien hoe verschillende manieren om CO2 te beprijzen, bij een gegeven CO2-doelstelling van het Ontwerp-Klimaatakkoord, scoren op verschillende criteria, zoals de omvang van CO2-weglek en de welvaart van consumenten.
Toelichting
Op dit moment vindt veel discussie plaats over de (on)wenselijkheid van een CO2-heffing. Deze Policy Brief schetst de vraagstukken die beantwoord moeten worden bij het ontwerpen van een CO2-heffing en analyseert de mechanismen die optreden bij de inzet van een heffing en eventuele compensatiemaatregelen. De Policy Brief bevat nadrukkelijk geen doorrekening van concrete beleidsplannen. De Policy Brief beoogt wel meer inzicht en achtergrond te bieden, opdat toekomstige, concrete doorrekeningen goed geduid kunnen worden.