Banken moeten zich opmaken voor meer klimaatrechtszaken. Dat is de verwachting die Kris Peeters, vicepresident van de Europese Investeringsbank (EIB) eind vorige week uitsprak naar aanleiding van een rechtszaak die in Frankrijk is aangespannen tegen BNP Paribas. Rechtszaken voor het klimaat tegen bedrijven en overheden zouden niet nodig moeten zijn als staten en bedrijven zich gewoon houden aan de wettelijke vereisten waartoe ze verplicht zijn.
Dit staat niet op zichzelf. Juist bij milieuwetten blijkt het naleven en handhaven keer op keer niet plaats te vinden. In Nederland zagen we dat bij de stikstofregels, het verplichte C-label voor kantoren en het ontbreken van een natuurvergunning voor Schiphol. Helaas is dat beeld ook wereldwijd een feit constateerde het UNEP (UN Environment Programme) al in 2019. Ook de Europese Commissie spant jaarlijks vele tientallen zaken aan bij het Europese hof van Justitie tegen staten die milieu- en natuurwetten niet naleven.
Het is ronduit teleurstellend dat voor het handhaven van wetten en goed gedrag steeds vaker de gang naar de rechter nodig is. Het laat zien dat staten en bedrijven op papier en met de mond de bescherming van klimaat en milieu wel belijden, maar daar in de praktijk daar geen uitvoering aan geven.
Naast dat bestaande wetten niet worden nageleefd en gehandhaafd gaat ook de lobby van bedrijven om nieuwe wetgeving tegen te houden en af te zwakken onverminderd door. Dat bleek recent nog uit de acties van VNO-NCW rond het nog in de Tweede Kamer te behandelen Nederlandse MVO-wetsvoorstel, maar ook recent uit acties van Franse banken tegen EU-wetgeving voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Die rechtszaken, en alle tijd en geld die ermee gepaard gaat, zouden niet nodig zijn wanneer staten en bedrijven simpelweg hun wettelijke afspraken nakomen.
Piet Sprengers, manager duurzaamheidsstrategie en Beleid, ASN Bank