Het in januari gefuseerde Museon-Omniversum speelt met zijn One Planet-programma een belangrijke rol in het verduurzamen van de wereld. Zonder met het vingertje te wijzen, kaart het museum klimaatproblemen aan. Naast museum is Museon-Omniversum ook een SDG-house, dat haar publiek graag in beweging brengt tot duurzamer leven. Directeur Peter de Haan weet als voorvechter van een betere wereld als geen ander hoe hij daaraan kan bijdragen.
Leg eens uit, wat is One Planet?
“One planet was een al bestaand programma, dat we sinds de fusie nieuw leven hebben ingeblazen. We hebben een uitgebreidere tentoonstelling gebouwd, verdeeld over drie onderdelen. De One Planet Expo is een vaste expositie over de zeventien duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties, in de filmkoepel van de One Planet Dome worden films getoond en One Planet Now toont innovaties die de wereld beter kunnen maken. Dit is een samenwerking tussen verschillende partners, waaronder kunstenaars, start-ups en scale-ups. Het One Planet-programma toont de veranderende wereld en gebruikt de zeventien duurzaamheidsdoelen van de VN als uitgangspunt. Daarbij is het niet de bedoeling dat ons publiek geschokt en bedroefd het pand verlaat. Zo laten we bijvoorbeeld zien hoe je koraal kunt kweken om de koraalriffen te redden, en tonen we oplossingen voor leven op het land. Het is makkelijk om de ellende in de wereld te zien, er is ook veel aan de hand. Onze boodschap is dat het nog kan: duurzamer leven en de aarde leefbaarder maken. Iedereen kan bijdragen. Onze boodschap is er een van hoop, creativiteit en innovatie.”
Van museum naar SDG-house; vanwaar deze stap?
“Het SDG-house is een netwerk van organisaties die de zeventien duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties onderschrijven en steunen. In dit netwerk zijn wij de enigen die zich richten op een breed publiek. Dat is een positie die ik graag benadruk; als het gaat om vertaling naar het publiek, schakel ons dan in voor advies want daar hebben we verstand van. Veel overheidscampagnes op het gebied van duurzaamheid zijn zendend; neem zonnepanelen, doe de kachel lager, je moét. Maar deze missie is volgens mij gebaat bij een andere benadering, waarin je het publiek meeneemt in een verhaal of een ontwikkeling. Dan kunnen mensen vervolgens zelf conclusies trekken. Als het publiek niet meedoet, dan moeten we het nóg beter uitleggen: dat is de benadering die bestuurders vaak kiezen. De Schilderswijk in Den Haag gaat echt niet aan de warmtepomp omdat de minister dat zegt. Maar de bewoners zijn wel bereid om mee te denken en mee te doen met thema’s. Wij doen daar projecten, we weten hoe die vertaling naar het publiek werkt. Wij willen mensen meenemen en interactiviteit bevorderen. Daar zijn wij goed in, om het publiek zo een beleving te bieden.”
Is duurzaamheid een logisch onderwerp voor een museum?
“Onze oorspronkelijke boodschap is ‘ontdek de wereld’. Die is inmiddels bij veel meer instellingen zichtbaar en vind ik bovendien veel te neutraal. Wij willen ons onderscheiden en het onderwerp duurzaamheid meer agenderen. Het gaat bij ons over voeding, kleding, bouwen en wonen, bewegen, natuur en cultuur. Als iedereen een beetje anders eet, of zijn kledingkast op een andere manier inricht, dan kunnen we iets betekenen. We kunnen in actie komen. Een mooi voorbeeld daarvan is de algenbar in het museum. Hierin ziet het publiek hoe algen groeien en hoe ze bijdragen aan het voedselprobleem. Je kunt hier je adem doneren, zodat algen sneller groeien. Als beloning ontvang je een algenshake. Veel mensen schrikken dan; het ziet er namelijk gifgroen uit. Maar het is een perfecte vleesvervanger. Het gros van onze bezoekers helpen we met nieuwe inzichten dankzij dit soort innovaties. We vertellen niet dat je ermee aan de slag moet, maar laten wel zien hoe leuk het is.”
Hoe ziet de toekomst van Museon-Omniversum eruit?
“We merken dat het als culturele instelling toch lastig is een plek te veroveren in de duurzaamheidsagenda. We worden vooral als leuke aanvulling op het duurzaamheidsbeleid gezien. Bij de fusie benadrukten de minister en wethouder hoe belangrijk we zijn voor Den Haag en het publiek. Maar daar hebben we wel meer budget voor nodig, zodat we het publiek beter kunnen bedienen. We gaan door met onze transitie, we willen zorgen dat we meer in de economische agenda komen te staan. Nu worden we nog vaak ingedeeld bij cultuur of onderwijs. Onze missie is pas geslaagd als onze autoriteit uitgebouwd wordt. Hierbij merken we dat we door corona achterlopen. Het publiek komt nog niet in de mate terug die we gewend waren. Maar we vinden het ook belangrijk dat ons werk er ook toe doet. Dat is moeilijk meetbaar, maar we willen graag meer zijn dan een culturele instelling.”