Paul Megens (hoofd inkoop De Meeuw): “Materialen die wij niet kunnen hergebruiken zijn zeker geen afval”

Hoe mooi zou het zijn als alle leveranciers hun bouwmaterialen – na gebruik – weer op komen halen om er weer nieuwe (bouw)materialen van te maken? Paul Megens, hoofd inkoop bij bouwbedrijf De Meeuw, motiveert zijn leveranciers na te denken over de impact die zij hebben op het milieu en wil ze verantwoordelijk maken voor hun eigen producten. Ook als deze de fabriek al een aantal jaar hebben verlaten.

Wanneer een gebouw dat al een leven heeft gehad, terugkomt bij De Meeuw zitten alle materialen zoals vloeren, kozijnen en keukens er nog in. In onze grondstoffenfabriek wordt alles uit elkaar gehaald en beoordeeld welke materialen herinzetbaar zijn. Deze materialen worden vervolgens gekenmerkt met de ‘r’ van refurbished en opgeslagen in het magazijn, wachtend op een nieuw leven.

Materialen die nog wel goed zijn, maar die niet een op een kunnen worden toegepast in het systeem van De Meeuw, gaan naar de bouwhandel voor gebruikte bouwmaterialen. Een product waar bijvoorbeeld nog veel animo voor is in de tweedehandsmarkt zijn kunststofkozijnen. “Onze klanten bepalen zelf de maatvoering van hun kozijnen, wij hebben simpelweg niet de ruimte om al deze verschillende formaten op te slaan.” Via de bouwhandel kunnen ook anderen weer gebruik maken van de kozijnen. Omdat nieuwe bouwmaterialen steeds duurder worden en de levertijden langer, is een tweedehands kozijn volgens Megens de perfecte oplossing.

Naast de materialen die De Meeuw zelf opnieuw inzet en de materialen die de tweedehandsmarkt opgaan is er een derde stroom met restproducten. Dit zijn materialen waar De Meeuw niet direct iets mee kan, maar waar de leverancier wel weer nieuwe producten van kan maken. Megens zet zich daarom in om de leveranciers aansprakelijk te maken voor de recycling van hun eigen materialen. “Dat is best een lastige opgave, maar er zijn producenten die het al langer doen dan wij.” Rockwool en Fermacel zijn wat dat betreft echte voorlopers. Zij maken van de materialen die over zijn, of terugkomen uit de markt weer nieuwe producten.

Iedereen moet meedoen