In het rapport The great palm oil scandal: Labour abuses behind big brand names, staan de uitkomsten van een uitgebreid onderzoek naar palmolieplantages in Indonesië. De plantages zijn eigendom van de grootste palmolieproducent ter wereld: Wilmar. Grote afnemers van de palmolie van Wilmar zijn AFAMSA, ADM, Colgate-Palmolive, Elevance, Kellogg’s, Nestlé, Procter & Gamble, Reckitt Benckiser en Unilever.
Systematische uitbuiting iop de plantages
Amnesty International sprak met 120 werknemers op plantages die eigendom zijn van twee dochterondernemingen en drie toeleveranciers van Wilmar in Kalimantan en Sumatra in Indonesië. Het onderzoek legt een groot scala aan misbruik bloot:
- Vrouwen worden gedwongen om lange uren te werken onder dreiging van loonsverlaging. Het loon is vaak ver onder het minimumloon; in extreme gevallen verdienen vrouwen nauwelijks meer dan twee dollar per dag. Ook is er niet voorzien in een pensioenregeling of ziektekostenverzekering.
- Kinderen, soms niet ouder dan 8 jaar, doen gevaarlijk en zeer zwaar lichamelijk werk. Soms verlaten kinderen vroegtijdig school om hun ouders op de plantage te helpen.
- Werknemers worden blootgesteld aan ‘paraquat’ en lopen daardoor ernstige verwondingen op. Paraquat is een landbouwgif dat nog steeds wordt gebruikt op de plantages ondanks het feit dat het verboden is in de EU en door Wilmar zelf.
- Werknemers werken zonder deugdelijke bescherming in de open lucht, ondanks gevaarlijke concentraties van luchtverontreiniging door bosbranden.
- Er gelden enorm hoge doelstellingen die de werknemers dienen te halen. Het is zwaar en afbeulend werk om de loodzware palmvruchten met groot gereedschap uit de soms wel 20 meter hoge bomen te knippen. Pijn en uitputting zijn het gevolg. Voor het niet oprapen van palmvruchten of het oogsten van onrijpe vruchten is een lijst van straffen opgesteld.
We vragen de bedrijven om hun klanten te vertellen of de palmolie in populaire producten als Magnum roomijs, Colgate tandpasta, Dove cosmetica, Knorr soep, KitKat, Pantene shampoo en Ariel afkomstig is van Wilmars activiteiten in Indonesië.
‘Keurmerk’ misbruikt
Wilmar heeft toegegeven dat er voortdurende misstanden zijn op het gebied van arbeidsomstandigheden. Ondanks deze misstanden zijn drie van de vijf palmolieproducenten die Amnesty in Indonesië heeft onderzocht, gecertificeerd als ‘duurzaam’. Dat is geregeld binnen de Roundtable on Sustainable Palm Oil, een orgaan dat in 2004 werd opgericht om de palmoliesector op te schonen na een aantal milieu-schandalen.
Dit rapport toont duidelijk aan dat bedrijven de Roundtable hebben gebruikt als dekmantel om verder toezicht te ontlopen. Ons onderzoek heeft aangetoond dat deze bedrijven een sterk beleid hebben op papier, maar dat niemand de voor de hand liggende misstanden kon aantonen binnen de keten van Wilmars toeleveranciers.
Miljoenen consumenten bedrogen
Deze multinationals bedriegen dagelijks miljoenen consumenten die in de supermarkt denken een met duurzame palmolie geproduceerd product te kopen. De misstanden bij Wilmar zijn geen op zichzelf staande incidenten, maar zijn systematisch en een logisch gevolg van de manier waarop zij zaken doen.
Lees verder in het Engelstalige persbericht