De 13 grootste autofabrikanten van Europa gaan hun doelstellingen voor 2021 niet halen en kunnen boetes tegemoetzien met een totale waarde van 14,5 miljard euro of meer. PA Consulting, de internationale innovatie- en transformatieconsultant, concludeert dit in zijn jaarlijkse vooruitblik op de prestaties van autofabrikanten ten opzichte van de verplichte Europese CO2 emissiedoelstellingen.
Na vier jaar vooruitgang constateert het onderzoek van PA nu voor het eerst een stap terug. De emissies zijn over de hele linie gestegen, met name doordat consumenten vaker SUV’s aanschaffen, de vraag naar zwaardere auto’s met meer vermogen is gestegen en het aanbod van auto’s met lage emissies relatief laag is. Bovendien is sinds het dieselschandaal een duidelijke voorkeur merkbaar voor benzinemotoren.
Sommige autofabrikanten kunnen zulke hoge boetes tegemoetzien dat deze de winst en de merkreputatie merkbaar zullen drukken. Volkswagen bijvoorbeeld kan, mede dankzij de hoge verkoopcijfers in Europa, een boete van zo’n 4,5 miljard euro verwachten. Maar ook andere merken die voorheen goed op koers lagen, zoals Renault-Nissan-Mitsubishi, Volvo en Jaguar Land Rover, liggen niet langer op schema. Zelfs Toyota, de marktleider in hybride voertuigen, zal volgens de voorspellingen de doelstellingen niet gaan halen. De gevolgen worden waarschijnlijk het grootst voor Jaguar Land Rover, waar de potentiële boete van 93 miljoen euro gelijk staat aan 400 procent van de winst (EBIT) over 2018.
Michael Schweikl, automotive expert bij PA Consulting: “Ondanks dat we, na vier relatief goede jaren, nu duidelijk een stap terugzetten, hebben autofabrikanten nog veel mogelijkheden om de emissies terug te dringen en in elk geval een deel van de boetes te voorkomen. Maar dan moeten er nu wel snel maatregelen worden genomen. Autofabrikanten hebben nog maar heel weinig tijd om hun prestaties zo aan te passen dat boetes vermeden kunnen worden. Het wordt essentieel om zowel op het gebied van marketing, sales als prijsstelling maatregelen te nemen die de verkoop van voertuigen met een lage uitstoot stimuleren. Mogelijke maatregelen zijn bijvoorbeeld:
- Kortingen om de verkoop van elektrische en plug-in hybride voertuigen te stimuleren en de meest vervuilende voertuigen van de markt te dringen.
- Diensten ontwikkelen die het gebruik van voertuigen met lage uitstoot stimuleren.
- Onderzoek naar samenwerking met andere fabrikanten en hun supply chain, zoals de recente fusie tussen FCA en PSA.
- De ontwikkeling van open platformen, zoals het MEB platform van Volkswagen, om de ontwikkeling van elektrische technologie te stimuleren.
Maar als de fabrikanten CO2 emissies werkelijk willen terugdringen en nieuwe klanten willen aantrekken, zullen deze maatregelen wel in 2020 genomen moeten worden.”
PA schaalt iedere fabrikant in naar de verwachte CO2 prestaties in 2021. Toyota blijft in die voorspelling de beste prestaties leveren, terwijl PSA nu naar de tweede plaats stijgt en daarbij Renault-Nissan-Mitsubishi voorbijstreeft. Volvo, Volkswagen, Daimler en BMW wijken verder van hun doelstellingen af dan vorig jaar. Jaguar Land Rover heeft nog steeds de hoogste CO2 emissies en dreigt ook de eigen specifieke doelstellingen niet te gaan halen.
Het is duidelijk dat de autofabrikanten voor een grote uitdaging staan. De analyse van PA laat zien dat er minimaal 2,5 miljoen extra volledig elektrische voertuigen (BEV’s – Battery Electric Vehicles) verkocht moeten worden om de doelstellingen nog enigszins in het oog te houden – een toename van 1.280% in 2021. De beperkingen van de huidige productiecapaciteit maken dat nagenoeg onmogelijk; de nieuwe productielijn van de Volkswagen ID3 heeft bijvoorbeeld capaciteit voor 100.000 voertuigen in 2020.
Behalve Noorwegen en Nederland zien alle landen in de EU hun getallen teruglopen. Nederland zag de uitstoot van CO2 dalen van 109 g/km in 2017 naar 106 g/km in 2018, met name dankzij de groei van het aantal verkochte elektrische voertuigen (van 2,7% naar 6,7% van het totale wagenpark in 2017-2018). Maar veruit de beste prestaties komen uit Noorwegen, waar de uitstoot werd teruggedrongen van 83,7g CO2/km in 2017 tot 72,4g CO2/km in 2018. Bovendien waren elektrische voertuigen goed voor 31,2% van de totale verkoop in Noorwegen, waar in 2018 al 49,1% van alle voertuigen geheel of gedeeltelijk elektrisch reed (BEV/PHEV). In het Verenigd Koninkrijk nam de uitstoot van CO2 toe van 120.8 CO₂/km tot 125.1 CO₂/km, terwijl elektrisch rijden maar met 0,7% groeide. België zag de verkoop van elektrische auto’s zelfs met 0,1% teruglopen; de CO₂ uitstoot is daar al sinds 2015 nauwelijks veranderd (een stijging van 117,6g naar 119,3g CO2/km in 2018). In Duitsland stegen de emissies zelfs naar 129,1% CO₂/km (ten opzichte van 126.2g CO₂/km in 2017), hoewel de verkoop van elektrische voertuigen daar in die periode wel licht omhoog ging, van 0,7% naar 1,1%.
Nu overal ter wereld de emissiewetgeving steeds strenger wordt, ontkomen de leveranciers er niet aan de uitdaging aan te gaan, meent Michael Schweikl: “Autoleveranciers zullen grote veranderingen moeten doorvoeren om de overstap te maken van de verbrandingsmotor naar elektrische voertuigen met lage uitstoot. Hoewel er al veel spannende technologische ontwikkelingen plaatsvinden, mogen de leveranciers niet onderschatten hoe complex die verandering is en hoeveel investeringen en cultuurverandering dat van ze vraagt.”