Waarom een milieujaarverslag
Er zijn goede redenen voor het electronisch maken van het milieujaarverslag. Het leidt naar verwachting tot kwaliteitsverbetering, meer gebruikersgemak, sneller beschikbaar komen van gegevens en lagere administratieve lasten. De kwaliteit van milieuverslagen kan nog heel wat verbeteren. Dat is ook niet vreemd als wordt bedacht dat we met een relatief nieuwe situatie te maken hebben, waarbij zowel bedrijven als overheden een leerproces doormaken. Sinds 1 januari 1999 is de overstap gemaakt naar een nieuwe betere manier van milieurapportage waardoor ook een andere vorm van emissieregistratie mogelijk werd. Ongeveer 250 bedrijven zijn vanaf genoemde datum wettelijk verplicht om jaarlijks betrouwbare cijfers over hun milieuprestatie aan te leveren aan het bevoegde gezag, die dit valideert. Zo’n 600 bedrijven rapporteren al veel langer op basis van afspraken in convenanten aan het bevoegd gezag. Voorheen maakten bedrijven uiteenlopende rapporten voor de verschillende bevoegde gezagen (provincie, waterschappen, RWS) en werden los daarvan emissiecijfers centraal door TNO verzameld en gecheckt. Het milieujaarverslag bundelt deze rapportages.

Werkwijze
Sinds begin juni is een projectteam – waarin zowel bedrijfsleven als bevoegd gezag – gestart met het definiëren van een electronisch milieuverslag en wat daarbij komt kijken. Er worden verschillende scenario’s geschetst en getoetst op haalbaarheid. De scenario’s variëren van heel behoudend: het electronisch maken van de bestaande werkprocessen tot heel vergaand waarin er geen centrale database bestaat, maar gevalideerde data door gebruikers bij bedrijven kunnen worden verzameld. Ook de keuze voor een statisch en een intelligent formulier wordt beschreven. Vast staat dat het systeem in elk geval flexibel en aanpasbaar (“toekomstproof”) moet zijn. Dit laatste betekent dat rekening wordt gehouden met rapportage over emissiehandel van NOx – en in de verdere toekomst van CO2 en andere stoffen – een plaats kunnen krijgen in het electronische systeem. Begin oktober worden themasessies gehouden waarbij deskundigen vanuit diverse gelederen worden gevraagd te adviseren over de haalbaarheid van de geschetste scenario’s.

Nieuw format
Naast dit procesmatige definitieproject is er ook een inhoudelijk project gestart waar de exacte informatiebehoefte van de gebruikers van milieujaarverslagen wordt nagetrokken en waarin een gebruiksvriendelijker format wordt opgesteld. Het nieuwe format wordt voor bedrijven die verplicht een milieujaarverslag opstellen (figuur 1) in september in een brede klankbordbijeenkomst besproken. Bedrijven die op basis van een convenant rapporteren (figuur 2), worden over het nieuwe format benaderd in de bedrijfstakoverleggen. Streven is om de verschillende formats die nu nog bestaan in één model te vervatten. Eind dit jaar zal het nieuwe format bij ministeriële regeling worden gepubliceerd.

Gebruikswaarde van het milieujaarverslag
Milieujaarverslagen worden gebruikt door de regionale overheid voor het volgen van milieuprestaties van bedrijven en het waarborgen van de lokale milieukwaliteit. De rijksoverheid (VROM en RWS) gebruikt de cijfers voor het volgen en evalueren van het nationale milieubeleid bij de doelgroep industrie. De cijfers zijn de basis voor de milieubalans (RIVM) en afval- en energiestatistieken (CBS). De kwaliteit van de emissiegegevens bepaalt daarmee direct de geloofwaardigheid van het milieubeleid. Verder moeten de emissiecijfers bruikbaar zijn voor internationale rapportages (o.a. CO2/OBG, VOS en NOx). De minister van VROM is aanspreekbaar op kwaliteit van de emissiegegevens en daarmee op de naleving van het Besluit milieuverslaglegging.

Realisatie
De definitiefase resulteert in november dit jaar in een advies aan het managementteam van DGM over het beste scenario voor electronische milieuverslaglegging. Eind 2002 moet het scenario zijn gerealiseerd in die zin dat het systeem in bedrijf kan worden genomen en bedrijven ervoor kunnen kiezen om hun milieuverslag electronisch aan te leveren.