De ChristenUnie wil dat internationaal opererende bedrijven openheid geven of er in hun ’toeleveringsketen’ sprake is van kinderarbeid. Momenteel kunnen of willen veel bedrijven die informatie nog niet verschaffen. De ChristenUnie vindt dit een onacceptabele situatie: dat bedrijven bewust of onbewust gebruik maken van kinderarbeid, is in strijd met het Nederlandse mensenrechtenbeleid.
De motie van Voordewind die de Kamer vandaag unaniem heeft aangenomen, dwingt bedrijven die zaken willen doen met de overheid om informatie te geven over hun volledige productieketen. Ondernemingen die op enigerlei wijze gebruik maken van kinderarbeid, moeten een tijdsgebonden plan opstellen om kinderen in hun keten van werk naar school te krijgen. Met bedrijven die dat weigeren, moet de overheid iedere vorm van samenwerking stopzetten.
De motie slaat op bedrijven die van de overheid subsidie of kredieten ontvangen, die met de overheid op handelsmissies gaan of die op een andere manier steun ontvangen. Met de vraag om een ’tijdpad’ voor het beëindigen van bestaande kinderarbeid wil de Kamer een ontwikkeling ten goede stimuleren. ,,Een verantwoorde uitfasering van kinderarbeid en toeleiding naar onderwijs, vooral in de toeleveringsketen, kost tijd”, aldus Voordewind.
De ChristenUnie voert al enkele maanden politieke campagne tegen kinderarbeid. Op 29 september jl. vond in Amsterdam een politiek en cultureel debat plaats onder het thema ‘Stop kinderonderdrukking’. Bij die gelegenheid werd het Waterloopleinakkoord ondertekend door CNV, FNV Mondiaal, Landelijke India Werkgroep, HIVOS, AOb, Fairfood, Stop the Traffik en Tear. Behalve de ChristenUnie sloten ook politici van PvdA, SP en CDA zich aan bij dit initiatief om alles op alles te zetten om het onrecht van kinderarbeid uit te bannen.