Een intensivering van het circulaire-economiebeleid met meer ‘drang en dwang’, concretisering van de voornemens uit het nieuwe coalitieakkoord en kabinetsbrede samenwerking zijn nodig om de forse ambitie van een volledig circulaire economie in 2050 te realiseren. Dat stelt het PBL in zijn Voortgangsbericht Circulaire Economie 2022. Het Voortgangsbericht is een actualisatie van enkele indicatoren uit de Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021 (ICER).
Aandeel circulaire bedrijvigheid in Nederlandse economie niet gestegen
Enkele indicatoren uit de ICER zijn in het Voortgangsbericht geactualiseerd. Daaruit komt naar voren dat het aandeel circulaire bedrijfsactiviteiten in de Nederlandse economie in termen van toegevoegde waarde en werkgelegenheid gelijk is gebleven. Het aandeel van circulaire initiatieven in fiscale en subsidieregelingen is eveneens gelijk gebleven. De meeste projecten die gesubsidieerd worden binnen deze regelingen, richten zich echter vooralsnog op recycling. Wel is een lichte verschuiving te zien in de acties in het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie naar hogere circulariteitsstrategieën met minder milieudruk en grondstoffengebruik.
Alles bijeen genomen geeft de actualisatie in het Voortgangsbericht geen aanleiding om het beeld uit de ICER aan te passen. Het beeld blijft dat diverse trends in grondstoffengebruik de verkeerde kant opgaan en veel inspanningen nog vooral gericht zijn op recycling. Met de beleidsinspanningen van de Rijksoverheid is een basis gelegd en een structuur ontwikkeld voor een circulaire economie, maar op dit moment functioneert de Nederlandse economie nog vooral lineair.
Benut kansen circulaire economie voor realiseren klimaat- en natuurdoelen
In het nieuwe coalitieakkoord wordt onderkend dat een circulaire economie kan bijdragen aan de aanpak van verschillende maatschappelijke opgaven, zoals het tegengaan van klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit. Tot dusver zijn de mogelijkheden die efficiënt grondstoffengebruik daarvoor biedt maar mondjesmaat benut. De coalitiepartijen zetten in op een ambitieus klimaatdoel voor de circulaire economie. Uitwerking in concreet beleid is nodig om ervoor te zorgen dat efficiënt grondstoffengebruik bijdraagt aan de vermindering van broeikasgasemissies. Door slimmer gebruik van grondstoffen, hergebruik van producten en onderdelen, en recycling van materialen zijn minder grondstoffen nodig. Hierdoor wordt energie bespaard in de hele productieketen. Ook voor druk op biodiversiteit en natuur geldt dat als we efficiënter en zuiniger met grondstoffen omgaan, deze druk afneemt, zonder dat we daarmee de functies van de hiermee gemaakte producten hoeven te missen. Zo kan recycling van metalen uit elektronica de vraag naar nieuw metaalerts verminderen, en zo ook het daarmee gepaard gaande verlies aan natuur en de milieuvervuiling bij winning en productie.
Verzilvering van zulke kansen vergt nog wel de uitwerking van de voornemens in het coalitieakkoord in concrete en samenhangende beleidsvoornemens.
Naast recycling ook andere circulaire strategieën belangrijk
Met uitzondering van recycling benoemt het coalitieakkoord geen andere circulaire strategieën. Anders produceren en consumeren en het verlengen van de levensduur van producten, bijvoorbeeld door ze beter repareerbaar en deelbaar te maken, krijgen geen expliciete aandacht. Door de sterke focus op het recyclen van materialen blijven potentiële kansen voor efficiënter grondstoffengebruik onbenut. Het is belangrijk om in het beleid in te zetten op andere strategieën, zoals het stellen van eisen aan productontwerp om repareerbaarheid en hergebruik van onderdelen te verbeteren, of het aanpassen van administratieve regelgeving die bedrijven belemmert om producten als diensten aan te bieden.
Circulaire economie vraagt om kabinetsbrede aanpak
Het benutten van bovengenoemde kansen vraagt om een kabinetsbrede aanpak en een intensieve betrokkenheid van alle ministeries, aangezien voor een aanzienlijk efficiëntere omgang met grondstoffen wijzigingen in spelregels, fiscale prikkels en internationale handel nodig zijn die de beleidsterreinen van verschillende ministeries raken. Daarbij kan naast specifiek beleid om de circulaire economie te stimuleren ook worden gedacht aan beleid gericht op het tegengaan van klimaatverandering, het verbeteren van de voorzieningszekerheid van grondstoffen, fiscale vergroening, het verduurzamen van internationale handel en het bevorderen van milieusparende innovaties.