De duurzaamheidsverslaggeving is vooral vrijwillig en kan door bedrijven worden gebruikt als marketinginstrument of als instrument ter legitimatie. Uniformiteit en vergelijkbaarheid zijn vaak ver te zoeken.
En de redactie van de zogenaamde `assurance rapporten’ die de externe auditors afgeven, roept vraagtekens op ten aanzien van de aard van de assurance opdracht en de diepgang van de verrichte werkzaamheden.
Tegelijkertijd wordt deze vorm van informatie door een groeiende groep stakeholders als belangrijk gekwalificeerd. Daadoor neemt het belang van verificatie van deze verslagen toe. Het zou voor ondernemingen een logische optie zijn om de huisaccountant daarvoor in te schakelen. Maar dan rijst een aantal vragen. Deze vragen vinden hun oorsprong in de motivatie van de onderneming om een duurzaamheidsverslag uit te brengen en te laten controleren, de feitelijke inhoud van het duurzaamheidsverslag, de deskundigheid van de accountant en de aard van de assurance-opdracht.
De intrinsieke motivatie van de onderneming staat daarbij centraal. De accountant dient zich concreet af te vragen of het wenselijk is om een assurance-opdracht te accepteren, indien het risico reëel is dat zijn assurance rapport een `emotive symbol’ wordt in de drang van de onderneming om zich te legitimeren. Hoewel een groot aantal ondernemingen wel degelijk vanuit een duidelijke intrinsieke motivatie en drang naar transparantie een duurzaamheidsverslag opstelt en laat controleren, geldt voor de accountant: Als de vos de passie preekt, boer let op je kippen.
Oratie: prof.dr. Dick de Waard, 11 januari 2011, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Titel: Als de vos de passie preekt…
Leeropdracht: Auditing