‘Het vluchtelingenvraagstuk is een gedeelde uitdaging. Geen enkele regering kan het probleem alleen aan. Het bedrijfsleven is als deel van de samenleving medeverantwoordelijk.’ Dat zegt een van de 15 Nederlandse multinationals die meedoen aan het internationale Tent Partnership for Refugees. In opinieblad Forum leggen zij uit wat hun concrete bijdrage is aan het leveren van (nood)hulp in de vluchtelingenkampen.
Hulp in regio
Tot de groep van 15 behoren Shell, Unilever, Philips en ING. Zij bieden vluchtelingen in Nederland een baan aan of leveren directe hulp in de vluchtelingenkampen in de vorm van lampen, zeep, medische apparatuur en leningen voor startende ondernemers. Op deze manier zorgen zij er op termijn ook voor dat vluchtelingen in de regio kunnen blijven en niet allemaal in Europa hoeven te worden opgevangen.
Expertise inzetten
Signify, het voormalige Philips Lighting, heeft tot dusver 1 miljoen euro gestoken in het leveren van verlichting aan vluchtelingenkampen. ‘Als het donker wordt, worden vluchtelingen nóg kwestsbaarder dan ze al zijn. Vooral vrouwen en kinderen’, zegt Prajna Khanna, directeur van de Signify Foundation. Het huidige Philips, van de zorgapparatuur, is ook bij het project betrokken. ‘We willen niet lukraak geld geven, maar innovatief zijn en de expertise van Philips-mensen efficiënt inzetten’, zegt Philips Foundation-directeur Margot Cooijmans.
Iets terugdoen
ING richt zich op Syrische vluchtelingen die in Turkije worden opgevangen. Het is de bedoeling dat zij met een lening van de bank en na een training eigen bedrijven starten. ‘We willen iets terugdoen voor de gemeenschap waarvan wij als bank deel uitmaken’, zegt Roy Budjhawan, hoofd van ING Impact Finance. ING is een van de grootste banken in Turkije. Het land met 80 miljoen inwoners herbergt 4 miljoen vluchtelingen. ‘De Turkse overheid wil dat vluchtelingen minder afhankelijk worden van een uitkering, dus dat sluit mooi op elkaar aan.’
Foto: Philips