Minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) heeft de kamer het onderzoekrapport ‘Strategies for Responsible Business Conduct’ toegestuurd. Het onderzoek bouwt voort op het eerdere rapport ‘Government policy to stimulate international responsible business conduct’[1] en behandelt verschillende wijzen waarop overheden internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) proberen te bevorderen.

Doel van het onderzoek is om een overzicht te bieden van strategieën en instrumenten die overheden gebruiken om IMVO-beleid vorm te geven. Het onderzoek bevat nuttige aanknopingspunten, die gebruikt kunnen worden zodra Nederland haar eigen IMVO-beleid heeft geëvalueerd en inzichtelijk heeft op welke terreinen aanvullende maatregelen nodig zouden kunnen zijn. Het onderzoek bevat dertien instrumenten uit verschillende landen en op zeven hiervan wordt dieper ingegaan in case-studies. Voor elke case-studie zijn, naast een literatuuranalyse, ook interviews gehouden met relevante stakeholders van overheden, bedrijven en maatschappelijk middenveld.

Hoofdconclusies van het onderzoek zijn:

  • Uit de case-studies wordt duidelijk dat overheden op verschillende manieren bedrijven proberen te bewegen tot het nemen van ketenverantwoordelijkheid. De achterliggende redenen om voor een specifiek instrument te kiezen zijn divers en doelstellingen worden voornamelijk geformuleerd op output niveau en soms op gewenste impact.
  • Uit de ervaringen van de verschillende stakeholders blijkt dat de instrumenten soms niet eenduidig worden geïnterpreteerd en onduidelijk is hoeveel bedrijven onder een instrument vallen. Ook geven sommige bedrijven aan dat het voor hen onduidelijk blijft wat er van ze wordt verwacht. Daarnaast blijkt dat IMVO soms meer als rapportagevereiste wordt gezien dan als daadwerkelijke actie tot ketenverduurzaming.
  • Over de effectiviteit van deze instrumenten ontbreekt informatie: soms zijn cijfers bekend van het aantal bedrijven dat aan rapportage-eisen onder een bepaald instrument voldoet, maar het ontbreekt aan informatie over effectiviteit op outcome en impact Dit komt mede doordat de implementatie van de meeste instrumenten recent gestart is en (daardoor) monitoring en evaluatieonderzoek ontbreekt.
  • Het is op basis van het onderzoek niet mogelijk een oordeel te vellen over de doelmatigheid van de instrumenten voor het bevorderen van IMVO. Er is geen informatie beschikbaar over de door overheden gemaakte kosten die gepaard gaan met de implementatie van de verschillende instrumenten.

Het onderzoek sluit af met een aantal aanbevelingen. Zo wordt aanbevolen bij (nieuw) IMVO-beleid duidelijke richtlijnen te verstrekken over wat er van bedrijven wordt verwacht. Waarbij bedrijven alle stappen van gepaste zorgvuldigheid dienen mee te nemen, in plaats van het enkel tot een rapportage activiteit te beperken. Daarnaast beveelt het onderzoek aan bij nieuw beleid te zorgen dat de effectiviteit meetbaar is door bij aanvang een monitoring- en evaluatieplan op te stellen. Ook zal een aanvullend onderzoek naar de kosteneffectiviteit van specifieke opties noodzakelijk zijn.

In het najaar van 2019 zal gestart worden met de evaluatie van het convenantenbeleid. In het Regeerakkoord is afgesproken dat na de evaluatie bekeken wordt of, en zo ja welke, dwingende maatregelen genomen kunnen worden. Het onderzoek Strategies for Responsible Business Conduct zal hierbij worden meegenomen.

[1] Kamerstuk 26 458, nr. 257, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2018/01/01/government-policy-to-stimulate-international-responsible-business-conduct