Thomas Rau, een multidisciplinair team van Deloitte en acht vooraanstaande vastgoedeigenaren– de Circulaire 8 – hebben onderzocht wat de financiële effecten zijn van het integreren van de hergebruikwaarde van materialen in vastgoed business cases. Het inzicht in de hergebruikwaarde van materialen in een gebouw via Madaster materialenpaspoorten kan business cases meer haalbaar maken en investeringsbeslissingen positief beïnvloeden.
Het rapport is opgesteld door een multidisciplinair team van Deloitte en mogelijk gemaakt door acht grote Nederlandse vastgoedeigenaren die een toonaangevende rol spelen in de transitie naar circulariteit -de Circulaire 8 of C8: ASML, Bouwinvest, Erasmus MC, gemeente Rotterdam, Lefier, RAI Amsterdam, Shell en Van Wijnen.
Door de stijging van grondstofprijzen en technologische ontwikkelingen gericht op recycling en hergebruik van grondstoffen, zijn materialen in een gebouw niet langer afval. In plaats daarvan vertegenwoordigen zij een zekere financiële waarde. Het inzicht in deze financiële waarde – de hergebruikwaarde – kan worden verkregen op basis van een materialenpaspoort. Deloitte heeft in samenwerking met Thomas Rau onderzoek gedaan naar de financiële effecten van de hergebruikwaarde van materialen in een gebouw, met als resultaat het rapport ‘Van Vastgoed naar Losgoed’.
Circulaire transitie
De Rijksoverheid heeft als ambitie dat Nederland in 2050 volledig circulair is. Onderzoek laat zien dat gebouwen in Nederland circa 40% van de energie en 40% van de grondstoffen verbruiken. Een circulaire economie impliceert dan ook een enorme transitie voor gebouweigenaren, gebouwgebruikers, bouwers, leveranciers en ontwikkelaars. Business cases en investeringsbeslissingen die randvoorwaardelijk zijn om aan de slag te gaan met deze transitie zijn nog niet voldoende uitgekristalliseerd.
Hergebruikwaarde als financiële prikkel
Meer inzicht in de hergebruikwaarde van materialen vormt voor vastgoedeigenaren een mogelijke nieuwe financiële prikkel om met circulariteit aan de slag te gaan. Immers, wanneer wordt besloten om een gebouw te slopen, kan dit inzicht een positief effect hebben op de sloopkosten die worden gemaakt en daarmee op de kasstromen. Wat betreft de commerciële jaarrekening, is de prikkel voorbehouden aan vastgoedeigenaren die hun vastgoed mogen waarderen op basis van een historische kostprijs in de jaarrekening. Deze prikkel hangt samen met een lagere afschrijving als gevolg van een hogere restwaarde, welke gebaseerd is op de hergebruikwaarde van de materialen in een gebouw. Wat betreft de fiscaliteit (WOZ, VPB en BTW) zijn er voldoende aanknopingspunten voor Deloitte om in overleg te treden met het Ministerie van Financiën.