Flexitariër, omnivoor of juist veganist? Tegenwoordig zijn er labels te over om ons eetgedrag te beschrijven. Maar wat doen die labels met de manier waarop we met elkaar omgaan? Om meer inzicht te krijgen in de opvattingen die Nederlanders over elkaars eetgedrag hebben voerde haverdrankproducent Oatly een onderzoek uit. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat maar liefst 26 procent van de omnivoren in Nederland denkt dat veganisten betweters en ongezond zijn. Ook blijkt dat 58 procent van alle ondervraagden liever eet met mensen die hetzelfde eetpatroon volgen. Wat er bij een ander op het bord ligt, heeft meer invloed dan je denkt.
Wat je eet bepaalt met wie je omgaat
Een op de drie omnivoren denkt dat een vegan dieet ongezond is en 43 procent van dezelfde groep denkt dat men op deze manier niet genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt. Veganisten denken hetzelfde over een dieet mét vlees en dierlijke producten. In hun opvatting is dat arm aan plantaardige bouwstoffen en ongezond op de lange termijn.
Het onderzoek toont daarnaast aan dat zowel flexitariërs (56 procent), als omnivoren (58 procent) en vegans (61 procent) het liefst met gelijkgestemden omgaan. Wat heeft dit gedrag in gang gezet?
‘Vanuit gedrags-psychologisch oogpunt is dit goed te verklaren. Mensen die tot onze eigen groep behoren (onze in-group), beoordelen we doorgaans als sympathieker’, zegt Sabine Jansen, gedragspsycholoog bij D&B Gedrag. ‘We delen bepaalde normen en waarden met deze mensen en hebben er dan ook een voorkeur voor om met hen om te gaan (in-group favouritism). Dit kan leiden tot een negatiever oordeel over de ‘out-group’ met als gevolg dat we minder met ze willen omgaan.’
‘Daarnaast versterkt onze omgeving vaak onze vooroordelen en eigen overtuigingen’, vervolgt Jansen. ‘Vrienden met dezelfde eetpatronen dienen als echoput en ook algoritmen op sociale media versterken de zogenaamde confirmation bias, de menselijke neiging om onze aandacht alleen te richten op zaken die onze eigen overtuigingen bevestigen en mensen die hetzelfde wereldbeeld hanteren. Dat voelt fijn, we categoriseren de wereld in hokjes, wat weer rust schept in ons brein.’
Een beetje water bij de wijn
Van alle ondervraagden die zich identificeren als veganist zeiden gemiddeld zes van de tien maaltijden volledig veganistisch te eten. Daarnaast geeft 53 procent van de ondervraagde veganisten aan dat ze vinden dat iedereen moet kunnen eten en drinken wat hij of zij wil. Zo streng is het leven van een Nederlandse veganist dus niet!
‘De stap van volledig vlees eten naar volledig plantaardig is vaak te groot om in één keer te zetten’, zegt Sabine Jansen. Immers, mensen hebben bepaalde gewoontes, zijn sceptisch over dingen waar ze nog nooit mee in aanraking zijn gekomen, weten nog niet hoe ze op een voedzame manier hun maaltijden kunnen vervangen enzovoort.’
Een genuanceerder beeld van onze eetpatronen is hard nodig, zodat we de bestaande hokjes kunnen doorbreken. Dat is belangrijk omdat we, als we een transitie willen maken naar een meer plantaardig voedselsysteem, allemaal wat water bij de wijn moeten doen.
De flexitariër wint terrein
Uit de survey blijkt dat de flexitariër, iemand die bewust af en toe plantaardige opties aan zijn of haar eetpatroon toevoegt, een groep is die groeit. Afgelopen vijf jaar zijn zij structureel meer plantaardig gaan eten en 96 procent geeft aan dat in de afgelopen tien maaltijden er minstens één plantaardig was. De voornaamste redenen om meer plantaardig te eten is voor deze groep dierenwelzijn (73 procent) en het milieu (66 procent).
‘Het gaat juist om die kleine stapjes’, zegt Sabine Jansen gedragspsycholoog bij D&B Gedrag. ‘Als bijvoorbeeld ‘de vleeseter’ zich alleen maar wil identificeren binnen die groep, staat dat nieuwe mogelijkheden in de weg. De beste manier om vooroordelen te doorbreken, is om in contact te komen met mensen uit een andere groep. Wanneer het contact positief is, kunnen we ons beeld van die persoon (en bijbehorende levensvisie) bijstellen.’
Concluderend zegt Sabine Jansen: ‘Het is belangrijk om in het oog te houden dat er niet alleen twee uitersten mogelijk zijn, 100 procent plantaardig of elke dag vlees. Er is juist nog veel winst te behalen in het grote gebied daartussenin.’
Norm & Al – het nieuwe normaal
Het blootleggen en overstijgen van de vooroordelen die rondom plantaardig eten bestaan, is ook het doel van de onlangs gelanceerde “New Norm & Al Show” van Oatly. Een miniserie die plantaardige leefstijlkeuzes normaliseert in de vorm van een satirische poppenkast met twee poppen, Norm & Al. Met de serie wil Oatly laten zien dat iedereen af en toe zuivel of vlees vervangen om een verschil te maken voor de planeet. Dit is niet alleen weggelegd voor ‘hipsters met een baard’ en je hoeft ook niet meteen volledig veganistisch te worden.
‘Steeds meer mensen voegen plantaardige opties toe aan hun dieet om zo hun steentje bij te dragen aan een duurzamere wereld,’ zegt Caroline Reid, Sustainability Director bij Oatly. Ze vervolgt: ‘Het wordt gelukkig steeds normaler om ons dieet af en toe aan te passen en dat juichen we bij Oatly toe. En als twee poppen ons het belang van minderen met vlees en nou nog extra moeten duidelijk maken, dan is het natuurlijk wel menens. Nederland heeft gelukkig een lange geschiedenis met poppen als Jan Klaassen en Katrijn, die wijze lessen overbrachten aan het volk. Daarom hopen we dat mensen de satire van onze poppenkastshow kunnen waarderen en dat het normaal wordt meer plantaardig te eten!’