In een analyse door Schroders worden de grootste aandelenmarkten ter wereld gerangschikt op basis van hun duurzaamheidskenmerken. Dit biedt een een extra, ondergewaardeerde kijk op de manier waarop hun risico’s en kansen kunnen worden beoordeeld. Met behulp van de tool SustainEx zijn op basis van de maatschappelijke kosten (de externaliteiten) de twintig grootste aandelenmarkten gerangschikt op basis van hun duurzaamheidskenmerken. De Spaanse, Duitse en Deense aandelenmarkten lopen voorop, maar Groot-Brittannië en Nederland blijven achter.
In het verleden werden de negatieve effecten van de activiteiten van bedrijven door de samenleving gedragen. Maar, van koolstofbeprijzing tot suikerbelasting, reflecteren overheden deze steeds vaker op de verantwoordelijke bedrijven. Bedrijven en consumenten besteden ook meer aandacht aan het gedrag van de bedrijven waarmee zij zaken willen doen.
SustainEx is het instrument dat door de portefeuillebeheerders en analisten van Schroders wordt gebruikt om deze risico’s te beoordelen bij het nemen van beleggingsbeslissingen. Het helpt om een vollediger beeld te krijgen van de risico’s en kansen waarmee individuele bedrijven worden geconfronteerd.
De slechte status van de Britse en Nederlandse markten maskeert veel duurzame bedrijven
De Britse en Nederlandse aandelenmarkten komen beide veel slechter uit de bus komen dan hun naaste rivaal India. Voor beide markten bedragen de niet-herkende kosten van de activiteiten van hun beursgenoteerde ondernemingen meer dan hun winsten. Als deze als kosten op hun winst- en verliesrekeningen zouden worden uitgekristalliseerd, zou dit alle winsten wegvagen, en nog meer ook. Hoewel het geen voorspelling is, geeft dit wel een indicatie van de potentiële risico’s voor de winstgevendheid van bedrijven.
Maar niet alle Britse en Nederlandse bedrijven zijn problematisch
De reden waarom de Britse aandelenmarkt zo slecht scoort is in feite niet de bekende grote allocatie aan de vervuilende energie- en materialensectoren (die eind juli samen 23% van de markt uitmaken). Hoewel dat uiteraard niet helpt. Wat milieustatistieken betreft, komt Groot-Brittannië bijna in de middenmoot terecht, op de twaalfde plaats.
Wat echt pijn doet, is de blootstelling van de markt aan tabaks- en alcoholische drankenbedrijven. Deze hebben directe gezondheidskosten en indirecte maatschappelijke kosten. De Nederlandse markt heeft ook te lijden onder deze blootstelling aan alcoholische drankenbedrijven.
Wat de slechte scores van de markten in het algemeen je niet vertellen, is dat de analyse suggereert dat ongeveer de helft van hun beursgenoteerde bedrijven een positief, niet onderkend effect heeft op de samenleving. Er zouden positieve financiële voordelen zijn als dit zou worden onderkend en in hun winst- en verliesrekening zou worden weergegeven. Bovendien ziet het beeld er voor Britse kleine en middelgrote bedrijven heel anders uit dan voor grote bedrijven. Bedrijven op de Britse FTSE 250-index hebben gezamenlijk positieve sociale externe effecten vergeleken met het negatieve cijfer voor Britse large caps. Ze veroorzaken ook minder milieuschade. Het verhaal is zelden eenvoudig. Hoewel het aanvullende inzichten oplevert, is de ranglijst te beperkt om op zichzelf te worden gebruikt als leidraad voor investeringsbeslissingen.
Hoofd duurzaam advies Willem Schramade zegt in het FD: ‘De lage Nederlandse score komt mede doordat alcohol, net als tabak, een negatief maatschappelijk effect heeft en zwaar weegt in de gebruikte MSCI Netherlands Index.’ Bierbrouwer Heineken behoort tot de grootste fondsen van deze index. ‘Maar ook als je alcoholproducenten buiten beschouwing laat, scoort Nederland niet goed. Dat komt doordat de Nederlandse index veel fondsen heeft met een vrij neutrale voetafdruk, denk aan financieel dienstverleners en IT-bedrijven. Voor Nederland wegen vooral bedrijven actief in de telecommunicatie en medische technologie positief mee, maar niet genoeg om de negatieve effecten van andere bedrijven op te heffen. En andere landen, zelfs Saoedi-Arabië, hebben meer bedrijven met positieve effecten.’