Mobiliteit leidt naast het voordeel van bereikbaarheid ook tot negatieve gevolgen voor de samenleving, zoals luchtvervuiling, geluidshinder, files en klimaatverandering. De (rijks)overheid kan de kosten van deze negatieve gevolgen doorberekenen aan de reiziger en goederenvervoerders, waardoor ‘de vervuiler betaalt’. Ook kan zij de uitgaven aan aanleg en onderhoud van de infrastructuur volledig bij de mobiliteitsgebruiker neerleggen, waardoor ‘de gebruiker betaalt’. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft de voor- en nadelen van het doorbelasten van de kosten van mobiliteitsgebruik op een rij gezet, net als de aandachtspunten voor beleid.
Voordelen
Het principe van de ‘gebruiker en vervuiler moet betalen’ wordt vaak als rechtvaardig gezien. Het volledig doorbelasten van infrastructuurkosten en de kosten van negatieve effecten zorgt ervoor dat reizigers en goederenvervoerders rekening houden met deze kosten in hun beslissingen over vervoermiddel-, route- en tijdstipkeuze. Dit leidt in principe tot minder luchtvervuiling, geluidshinder en files en verhoogt de welvaart. Daarnaast genereert het vaak extra overheidsopbrengsten, die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden voor het onderhoud van wegen, aanleg van fietspaden of bijdragen aan de ov-sector. Ook kan het geld besteed worden aan maatregelen om de negatieve effecten te bestrijden, zoals subsidies voor elektrische voertuigen of de installatie van geluidsschermen.
Nadelen en aandachtspunten
Het is niet gemakkelijk om te bepalen wat bijvoorbeeld een weggebruiker of treinreiziger moet betalen om de infrastructuurkosten en de kosten van negatieve effecten af te dekken. Dit heeft 3 redenen. Ten eerste moeten er behoorlijk wat aannames en keuzes gemaakt worden om deze kosten te berekenen, bijvoorbeeld over welke kosten precies moeten worden doorbelast. Ten tweede zijn de infrastructurele uitgaven van de rijksoverheid, provincies en gemeentes vaak niet zo makkelijk te achterhalen. Ten derde betaalt de mobiliteitsgebruiker nu ook al belastingen en heffingen. Door dit alles is het niet eenvoudig om de hoogte van de ‘onbetaalde rekening’ van mobiliteitsgebruik te bepalen.
In aanvulling op de bovengenoemde problemen met het vaststellen van de hoogte van de ‘onbetaalde rekening’ zijn er ook aandachtspunten bij het ontwikkelen van beleidsmaatregelen. Maatregelen om de vervuiler en de gebruiker te laten betalen, kosten ook geld. Het is de vraag of deze uitvoeringskosten opwegen tegen de maatschappelijke baten van de maatregelen. Dit moet per maatregel worden bekeken. Daarnaast kunnen hogere reiskosten ertoe leiden dat vooral lage-inkomensgroepen bereikbaarheidsproblemen zullen ondervinden.