De advocaat van de eisers, Liesbeth Zegveld van het kantoor Böhler Franke Koppe Wijngaarden in Amsterdam, vroeg in mei van dit jaar het Shell hoofdkantoor reeds zijn rol in de Nigeriaanse olielekkages te verduidelijken. Het antwoord van Shell daarop was onbevredigend; het hoofdkantoor schuift alle juridische verantwoordelijkheid door naar Nigeria. Zegveld: “Dit wordt de kern van de rechtszaak. Het Shell hoofdkantoor denkt onschendbaar te zijn, maar volgens ons is het wel degelijk verantwoordelijk. Het kan immers ingrijpen. Gezien de praktijk van tientallen jaren olielekkages in de Nigerdelta had het dat ook al lang moeten doen. Wij verwijten Shell nalatig handelen.”
Milieudefensie liet door twee Nigeriaanse professoren bodemonderzoek doen in de dorpen van de Nigeriaanse eisers: Ikot Ada Udo, Oruma en Goi.
Uit de onderzoeken blijkt dat – respectievelijk 10, 24 en 33 maanden na de lekkages – bodem en water nog te veel giftige olie bevatten om landbouw of visserij te bedrijven. Onderzoek van de Amerikaanse professor en olielekkage-expert Rick Steiner uit Alaska toont aan dat Shell in Nigeria beneden de internationale standaarden voor verantwoorde olieproductie presteert.
Anne van Schaik, campagneleider van Milieudefensie: “Wat het Shell-hoofdkantoor in Nigeria toelaat, zou ondenkbaar zijn in Nederland.
Hier zou Shell nooit zo met mensen en milieu omgaan. We hopen dat de Nederlandse rechter bepaalt dat Shell de vervuiling moet opruimen, dat de slachtoffers netjes worden gecompenseerd én dat multinationals overal in de wereld hun verantwoordelijkheid dragen.”
De olieproductie door Shell in Nigeria veroorzaakt gemiddeld vijf olielekkages per week, in een gebied kleiner dan Nederland. Per lekkage stroomt gemiddeld 16 duizend liter olie het milieu in. Een derde van de lekkages ontstaat volgens Shell door menselijke fouten en gebrekkig onderhoud van olie-installaties. In twee derde van de gevallen gaat het volgens Shell om sabotage. Ook deze vervuiling moet Shell volgens de wet opruimen.