Zonnepanelen, windturbines, batterijen en stroomkabels, ze bevatten allemaal metalen. Hetzelfde geldt voor laptops, smartphones en servers. De energietransitie en digitalisering leiden tot een forse stijging van de vraag naar metalen. Dat confronteert ons met ethische vragen en geopolitieke risico’s. Want mijnbouw gaat nogal eens ten koste van mens en milieu. De afhankelijkheid van geïmporteerde metalen – uit of via China – maakt Europa kwetsbaar. In de publicatie Metalen voor een Groen en Digitaal Europa zetten Wetenschappelijk Bureau GroenLinks en de Green European Foundation uiteen hoe we kunnen komen tot een spaarzaam, circulair gebruik van metalen en een verantwoorde winning van de metaalertsen waar we echt niet buiten kunnen. Het boekje eindigt met concrete actiepunten voor beleidsmakers op alle niveaus, van de Europese Unie tot de gemeente.
De coronacrisis heeft ons geconfronteerd met onze afhankelijkheid van wereldwijde toeleveringsketens. Door vraagschokken, productieonderbrekingen en vervoersknelpunten zijn tekorten ontstaan aan allerlei producten, van mondkapjes tot computerchips. Europa heeft de vervaardiging van deze essentiële producten grotendeels uitbesteed en is nu overgeleverd aan de genade van leveranciers in verre landen. Dat schept risico’s voor de volksgezondheid en de economie. Bovendien kunnen de waarden waar de Europese Unie voor staat, zoals democratie en mensenrechten, in het gedrang komen. Dat is het geval wanneer we vatbaar worden voor
politieke chantage of uit eigenbelang de ogen sluiten voor misstanden in toevoerketens. Het is geen toeval dat, sinds de coronacrisis, de term ‘strategische autonomie’ centraal is komen te staan in debatten over de toekomst van de EU.
Ook bij de omschakeling naar hernieuwbare energie is de EU sterk afhankelijk van buitenlandse leveranciers. Zonnepanelen en batterijen voor elektrische voertuigen komen grotendeels uit Azië. In de productie van windturbines en electrolysers (die stroom omzetten in waterstof) heeft Europa een stevig aandeel, maar veel van de schaarse metalen die hiervoor nodig zijn worden ingevoerd uit Azië en Afrika. Die importafhankelijkheid kan de energietransitie verstoren en vertragen, terwijl we, gezien de noodtoestand waarin het klimaat verkeert, geen tijd te verliezen hebben bij het vervangen van fossiele door hernieuwbare energiebronnen.
De grootschalige import van ‘energiemetalen’ roept ook vragen op over ethiek en geopolitiek. De energietransitie zorgt nu al voor een sterke stijging van de vraag naar kobalt en lithium, met name voor de batterijen van elektrische auto’s. De winning van deze metalen gaat nogal eens gepaard met mensenrechtenschendingen en milieuvernietiging. Kinderen die zwaar en gevaarlijk werk verrichten in Congolese kobaltmijnen, boeren in Zuid-Amerika die hun land zien verdrogen door de lithiumwinning, ze dwingen ons het vraagstuk van klimaatrechtvaardigheid onder ogen te zien: betalen mensen in het mondiale Zuiden de prijs voor de oplossing van een probleem dat niet door hen maar door het rijke Noorden is veroorzaakt?