De leergang staat onder leiding van prof. dr. Paul de Beer van het Henri Polak Instituut, prof. dr. Frans Leijnse van de HBO raad en dr. Marc van der Meer van het Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies. De organisatie is in handen van Arie Stolk, directeur van de Burcht.
De bijeenkomsten duren van 16.30 uur tot 20.30 uur en worden gehouden in de Burcht. Het programma voor februari tot maart 2006 ziet er als volgt uit:
Donderdag 2 februari 2006
Relaties op het werk
In de omgang tussen collega’s gelden tal van geschreven, maar vooral ook ongeschreven regels. Deze regels zijn ten dele bedoeld om medewerkers te beschermen tegen ongewenste intimiteiten c.q. seksuele intimidatie, pesten, e.d. door andere collega’s of door hun superieuren. Maar ze kunnen ook tot doel hebben om al te ‘intieme’ relaties, die schadelijk (zouden)kunnen zijn voor de organisatie, tegen te gaan. Tegelijkertijd zijn goede, solidaire relaties tussen collega’s vaak van groot belang voor een goed functionerende organisatie.
Wie bepaalt de regels over de omgang tussen collega’s? Wie bepaalt of de grenzen worden overschreden en welke mate van controle is daarvoor acceptabel? Wie dient op te treden in geval de regels worden overtreden? Hoe kan het management goede relaties tussen zijn medewerkers bevorderen?
Wie bepaalt de regels over de omgang tussen collega’s? Wie bepaalt of de grenzen worden overschreden en welke mate van controle is daarvoor acceptabel? Wie dient op te treden in geval de regels worden overtreden? Wat is de rol van het management en van klachten- en vertrouwenscommissies?
Inleider 1: ongewenste relaties tussen collega’s: Willeke Bezemer (Bezemer en Kuiper)
Inleider 2: solidariteit tussen collega’s: Ferry Koster (postdoc onderzoeker AIAS/De Burcht)
Donderdag 9 februari 2006
Discriminatie op de werkvloer
Gelijk loon voor gelijk werk lijkt een onomstreden principe voor de arbeidsvoorwaarden. Toch is hiervan in de praktijk lang niet altijd sprake. Openlijke discriminatie mag dan misschien niet veel voorkomen, verhulde discriminatie is aan de orde van de dag. Het gaat daarbij niet alleen om de beloning van medewerkers, maar ook om discriminatie bij het aanstellen, bevorderen (glazen plafond) en ontslaan (lifo) van personeel. Vrouwen, allochtonen, jongeren en gehandicapten blijken nog altijd in veel opzichten ‘minder gelijk’ te zijn dan mannen, autochtonen, ouderen en niet-gehandicapten. Wat zijn de achtergronden van discriminatie op de werkvloer en wat kan eraan worden gedaan? Is positieve discriminatie (voorkeursbeleid) een middel om negatieve discriminatie te compenseren?
Inleider 1: Discriminatie bij beloning en bevordering: Jenny Goldschmidt (hoogleraar rechten van de mens Universiteit Utrecht, Taskforce Handicap en Samenleving)
Inleider 2: Discriminatie bij werving en ontslag: Paul Abell (directeur EGA HRM Consult)
Donderdag 16 februari 2006
Geloof en geweten op de werkvloer
Impliciet lijken nog steeds veel bedrijven ervan uit te gaan dat hun medewerkers, als zij op hun werk komen, hun geloof en geweten thuis laten en zich geheel richten naar de wensen van de onderneming. Meestal gaat dit goed, maar er doen zich situaties voor waarin medewerkers hun geloof of hun geweten zwaarder vinden wegen dan de belangen van de onderneming of van het management. Waar ligt de grens tussen loyaliteit aan de onderneming en het persoonlijke geweten? Welke faciliteiten dient een onderneming aan gelovige medewerkers te bieden (denk aan hoofddoekjes, gebedsruimten, religieuze feestdagen)? Op welke wijze dienen medewerkers die een beroep doen op hun geweten (bijv. klokkenluiders) te worden beschermd?
Inleider 1: Geloof op het werk: Eduard Kimman (secretaris-generaal Nederlandse Bisschoppenconferentie, oud-hoogleraar Vrije Universiteit)
Inleider 2: Tussen loyaliteit en geweten: de positie van klokkenluiders Evert Verhulp (hoogleraar arbeidsrecht Universiteit van Amsterdam)
Donderdag 2 maart 2006
Dubieuze en illegale praktijken op de werkvloer
Er bestaat al jaren veel zorg over de hoge criminaliteit in onze samenleving. Dat criminaliteit ook voorkomt binnen de muren van de onderneming, krijgt echter pas de laatste jaren meer aandacht. Het gaat hierbij om twee soorten ongeoorloofd gedrag. Aan de ene kant normoverschrijding door individuele medewerkers, variërend van onder kantoortijd surfen/bellen/mailen voor privédoeleinden en het meenemen van kopieerpapier of postzegels, tot diefstal van bedrijfseigendommen en omkoping door klanten of leveranciers. Aan de andere kant kan het bedrijf zelf, met medeweten of zelfs op instigatie van de bedrijfsleiding, zich schuldig maken aan strafbare feiten, bijv. in de vorm van (boekhoud)fraude of verboden prijsafspraken. Wat zijn de achtergronden van deze verschillende vormen van criminaliteit en hoe dienen zij te worden bestreden? Zijn strengere regels en striktere controle nodig (bijv. integriteitscode) of gaat het vooral om een mentaliteitsverandering?
Inleider 1: Normoverschrijding en corruptie door individuele medewerkers:
Muel Kapteijn (hoogleraar bedrijfsethiek en integriteitsmanagement Erasmus Universiteit Rotterdam)
Inleider 2: Strafbaar gedrag van de onderneming: Jeroen Smit (auteur van Het drama Ahold)
Donderdag 9 maart 2006
De ethische onderneming
Steeds breder wordt erkend dat een onderneming niet alleen een economische verantwoordelijkheid heeft tegenover de aandeelhouders, maar ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Enerzijds kunnen bedrijven zich niet zonder meer onttrekken aan hun verantwoordelijkheid zolang zij binnen de grenzen van de wet blijven (denk aan milieuvervuiling, kinderarbeid, ongezonde producten). Anderzijds voelen sommige bedrijven het als een plicht om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van de samenleving, bijvoorbeeld door sponsoring van kunst en cultuur, investeringen in kansarme wijken, of medewerkers vrij te stellen voor vrijwilligerswerk. In de publieke sector staat de maatschappelijke verantwoordelijkheid haast per definitie voorop, maar verzelfstandiging, de introductie van marktprikkels, toenemende concurrentie e.d. kunnen deze onder druk zetten.
Inleider 1: Maatschappelijke verantwoord ondernemen in de marktsector Bart Jan Krouwel (o.v.)(directeur Duurzaamheid & Maatschappelijke Innovatie Rabobank))
Inleider 2: De maatschappelijke onderneming in de publieke sector: Pauline Meurs (raadslid WRR en hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam)