De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft 5,3 miljoen euro toegekend aan het onderzoeksprogramma Floating Future. Dit programma onderzoekt vanuit governance, technologie en ecologie hoe Nederland drijvend kan bouwen op grote schaal en hoe dat kan op een maatschappelijk acceptabele manier. Concreet gaat het om drijvende, klimaatadaptieve perspectieven voor het binnenwater, havensteden en de Noordzee.
Olaf Waals, manager Offshore bij MARIN en penvoerder van Floating Future, over de relevantie van dit project: ‘ De achterliggende vraag is hoe we ons dichtbevolkte land leefbaar kunnen houden. Er is toenemende vraag naar ruimte voor wonen, industrie, energietransitie en voedselproductie. Zo’n 60% van ons land is nu al kwetsbaar voor overstromingen, en door klimaatverandering vormen zeespiegelstijging en rivierafvoeren een toenemende bedreiging. Maar behalve risico’s, biedt het water ook kansen voor nieuwe vormen van veilig ruimtegebruik: grootschalig drijvend bouwen. Willen we die drijvende infrastructuur opschalen, dan moeten we stappen zetten op technologisch vlak en qua sociale acceptatie van leven en werken op het water. En dat onderzoeken we in Floating Future. Een nieuwe fase in onze transitie van ‘vechten tegen water’ naar ‘leven met water’.’
Rutger de Graaf, co-founder BlueRevolution Foundation en mede-initiatiefnemer: ‘ We werken in dit project met een unieke mix van bedrijfsleven, overheden, NGO’s en onderzoekers van verschillende wetenschappelijke disciplines. We brengen iedereen bij elkaar en gebruiken hierbij een unieke onderzoeksmethode om zo tot de meest relevante onderzoeksvragen te komen. De onderzoeksresultaten zijn daardoor ook direct bruikbaar in projecten voor drijvende ontwikkelingen.’
De uitvoering van het programma en de diverse werkpakketten zal de komende vijf jaar plaatsvinden en ligt in handen van een breed consortium van bedrijven, onderzoeksinstituten, universiteiten en hogescholen. Daarnaast zijn diverse ministeries, gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties betrokken. Het consortium verwacht de eerste onderzoeksresultaten in 2024 te presenteren.