Duurzaamheid is vandaag de dag belangrijker dan ooit én wordt alleen maar urgenter. Toch blijkt uit de gepresenteerde plannen op Prinsjesdag dat ons nieuwe kabinet kiest voor halfslachtige maatregelen en kortetermijnoplossingen. Veel bedrijven willen wel verduurzamen, maar lijken nu juist tegengewerkt te worden door het kabinet. Duurzame koplopers in het bedrijfsleven voelen zich niet gehoord, terwijl achterblijvers worden ontzien. Dit creëert een oneerlijk speelveld dat de duurzame vooruitgang ondermijnt. Er is behoefte aan eerlijke spelregels, waarbij duurzame bedrijven het voorbeeld zijn en de achterblijvers volgen. Het tegenovergestelde lijkt nu de norm: de achterblijvers zetten de toon.

Rem op duurzame vervoersopties

Om een concreet voorbeeld te geven: de afschaffing van de subsidies op elektrische voertuigen. Deze grote misser van het voormalige kabinet werd in de voorjaarsnota bekendgemaakt. Veel werkgevers hebben grootschalig geïnvesteerd in zero-emissie voertuigen, maar worden nu financieel benadeeld door oplopend bijtellingspercentages en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). Ook wordt de invoering van zero-emissiezones ineens met vijf jaar uitgesteld, wat duidt op een inconsistente duurzaamheidsagenda. Dit terwijl ondernemers juist behoefte hebben aan duidelijkheid. Deze kortzichtige beleidswijzigingen creëren een oneerlijke concurrentie, waarbij bedrijven die hun verantwoordelijkheid nemen, juist gestraft worden.

Daarnaast is het rapporteren van de CO2-uitstoot van woon-werkverkeer sinds dit jaar verplicht, maar zonder zicht op deze plannen om deze uitstoot ook te verminderen is dit een loze maatregel. Bedrijven willen ondertussen het heft in eigen handen nemen, zoals zelf duurzame vervoersopties aan te bieden. Dit wordt echter niet gestimuleerd door de overheid, zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om een basis-elektrische fiets belastingvrij aan te bieden en zijn er ook geen significante fiscale voordelen voor de werkgever. Tegelijkertijd wordt het openbaar vervoer (OV) duurder waardoor werkgevers hogere reisvergoedingen verwachten als zij deze deels of volledig betalen. Het is daarnaast absurd dat het verstrekken van een fiets of OV-kaart, waarmee direct duurzame impact wordt gemaakt, wordt belast, terwijl dat bij laptops en telefoons niet gebeurt.

Duurzaamheid is voor de lange termijn

Het kabinet richt zich vooral op financiële prikkels voor de korte termijn, maar vergeet dat deze benadering op de lange termijn averechts werkt. Het bedrijfsleven heeft behoefte aan sturing en een consequent beleid, zodat zij de juiste stappen kunnen ondernemen voor de langere termijn. Een beleid dat koplopers aanmoedigt om de duurzaam ingeslagen weg te vervolgen, en een duwtje in de rug bij de achterblijvers. En nee, dat hoeft niet te leiden tot meer regeldruk of een lastenverhoging. Het mooie aan duurzaamheid is dat veel oplossingen voor de hand liggen en niet eens geld hoeven kosten, maar juist besparing opleveren. Hoe minder werknemers met de auto naar kantoor reizen, hoe minder CO2-uitstoot en hoe lager de reiskosten – mits er betaalbare alternatieven zijn.

We mogen de brede welvaart niet vergeten: als we nu blijven vervuilen, betalen we als maatschappij later de rekening; mét rente en inflatie. Bedrijven en consumenten die nu investeren in duurzaamheid, zoals bijvoorbeeld het aanschaffen van (hybride) warmtepompen, lopen het risico gestraft te worden als het beleid plotseling verandert en een warmtepomp straks juist nadelig wordt. Deze onzekerheden zorgen ervoor dat bedrijven terughoudend worden, en zich minder proactief inzetten voor een duurzame toekomst.

Het moet en kan sneller

Er is al veel mogelijk op het gebied van duurzaamheid, maar de bal ligt bij het kabinet om hier de leiding te nemen. Het moet én het kan sneller. Door samen te werken met koplopers in plaats van hen te ontmoedigen kunnen we het draagvlak vergroten en de duurzaamheidstransitie versnellen. Ongeacht het gebrek aan steun en een wankelend overheidsbeleid moeten werkgevers niet de moed verliezen om hun duurzaamheidsstrategie door te zetten. Met of zonder steun van de overheid, laten we er in ieder geval voor zorgen dat de bedrijven die wél willen verduurzamen zich hiervoor blijven inzetten.

Niels van Geenhuizen, Manager Duurzaamheid bij CSU