Nederlandse voedingsmiddelenfabrikanten en supermarktketens gaan internationaal aan kop bij het inkopen en gebruik van duurzame palmolie. In de nieuwe Palmolie Scorecard van het Wereld Natuur Fonds staan bedrijven als FrieslandCampina, Unilever, Aviko, Ahold en Jumbo bovenaan de ranglijst. Zij kiezen voor duurzame palmolieteelt en daarmee voor behoud van waardevol regenwoud, het leefgebied van de orang-oetan. Palmolie is wereldwijd de meest gebruikte plantaardige olie voor producten als margarine, cosmetica, koekjes, zeep en shampoo.
Nederlandse koplopers
Voor de Palmolie Scorecard die WNF vandaag internationaal lanceert zijn wereldwijd 137 grote voedingsmiddelenfabrikanten, supermarktketens, cateraars en fastfoodketens gevraagd naar hun inkoop en gebruik van duurzame palmolie. Bekende concerns zijn bijvoorbeeld McDonald’s, L’Oreal, Nestlé, Walmart en Colgate-Palmolive. Van alle onderzochte bedrijven is ruim tweederde goed op weg.
In Nederland behoren FrieslandCampina, Unilever en Ahold (inmiddels Ahold Delhaize) tot de koplopers. Door hun omvang tonen zij aan dat kleine én grote bedrijven kunnen kiezen voor duurzame palmolie. Ook hoog op de ranglijst staan supermarktketen Jumbo en voedingsmiddelenfabrikanten FarmFrites, Royal Smilde, Aviko en Remia en leverancier van bakkerijgrondstoffen Zeelandia.
Consumenten
Het is de vierde internationale Palmolie Scorecard die WNF publiceert. Vergeleken met de vorige editie uit 2015 hebben de meeste bedrijven vooruitgang geboekt. Zij kopen meer duurzame palmolie, hoewel dat deels gebeurt via certificaten. Deze certificaten garanderen dat de hoeveelheid niet-duurzaam gecertificeerde palmolie die bedrijven inkopen, wordt gecompenseerd door de teelt van duurzame palmolie.Dat is een eerste stap. Nu is het zaak dat bedrijven duurzame palmolie ook daadwerkelijk in hun producten verwerken. Dan kunnen consumenten ervan uit gaan dat in de koekjes, margarine en het zeep die zij kopen palmolie zit, waarvoor geen natuur is verdwenen.
“Veel Nederlandse bedrijven laten zien dat zij hun ogen niet sluiten voor de verwoesting van regenwoud door palmolieteelt”, zegt Sandra Mulder, palmolie-expert bij WNF. “Zij komen hun beloftes na om in 2015 100 procent duurzame palmolie in te kopen. Dat is een belangrijke eerste stap. Maar we zijn er nog lang niet. Om koploper te blijven moeten Nederlandse bedrijven duurzame palmolie in hun producten verwerken, in plaats van certificaten te kopen.”
Orang-oetan
Naast palmolie, maken veel bedrijven ook gebruik van andere grondstoffen, waarin ook nog een duurzaamheidslag moet worden gemaakt. Niet-duurzame palmolie vormt een grote bedreiging voor tropisch regenwoud in landen als Maleisië en Indonesië. Voor de aanleg van oliepalmplantages zijn al grote delen regenwoud verdwenen. Ook dit jaar woeden in Indonesië weer bosbranden om nieuwe plantages aan te leggen. Dit gaat ten koste van het leefgebied van bijvoorbeeld de orang-oetan en de Sumatraanse neushoorn. Naar verwachting is de vraag naar palmolie in 2020 verdubbeld. Aan die vraag kan worden voldaan met behoud van het regenwoud, maar dan moeten fabrikanten kiezen voor duurzaam geteelde palmolie.