Hybride aardappelveredeling kan bijdragen aan ecologische duurzaamheid en voedselzekerheid, en biedt kansen voor de wereldmarkt. Om die kansen te benutten, is tijdige sturing noodzakelijk. Zo moeten de sector en overheid blijven innoveren en investeren in kennisontwikkeling. Het Rathenau Instituut, dat onderzoek doet naar de maatschappelijke impact van nieuwe technologieën, ontwikkelde drie scenario’s om de toekomst van de aardappelteelt te kunnen inschatten. Hiervoor gingen onder meer boeren, veredelaars en milieuorganisaties samen in gesprek.
Door hybride aardappelveredeling, een nieuwe veredelingsmethode van Nederlandse bodem, kunnen rassen sneller worden aangepast. Ook komen aardappelrassen als zaadjes beschikbaar, die makkelijker te bewaren en vervoeren zijn dan de huidige aardappelknollen. Deze innovatie biedt mogelijkheden voor een aardappelteelt die duurzamer is en tot hogere opbrengsten kan leiden in verschillende klimaatzones en omstandigheden. Mogelijk vormt de methode ook een alternatief voor het veel bediscussieerde genetisch modificeren van gewassen.
Uit onderzoek van het Rathenau Instituut blijkt dat de nieuwe technologie goed moet worden ingebed om bij te kunnen dragen aan maatschappelijke opgaven. De ontwikkeling van nieuwe rassen vraagt om een innovatieve markt. De overheid kan dit stimuleren met behulp van wet- en regelgeving, genenbanken en publieke kennisinstituten. Daarnaast moeten marktpartijen gebruik blijven maken van een diversiteit aan genen, rassen en teeltsystemen. Om een koppositie te behouden is het van belang dat overheid en sector samen blijven investeren in kennis als basis voor een nieuw verdienmodel binnen de aardappelketen.
Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut: ‘Miljoenen mensen wereldwijd eten steeds vaker aardappels. Wat betreft de aardappeloogst en op het gebied van duurzaamheid valt er een wereld te winnen. Die kansen worden alleen benut als overheid en bedrijven daar tijdig op inzetten. Dit wordt mede gestuurd door de publieke druk die maatschappelijke organisaties uitoefenen op de sector, en door regelgeving en het kennis- en innovatiebeleid van overheden. Voor een vruchtbare toekomst voor de aardappelsector zijn dus zowel bedrijven, maatschappelijke organisaties als de overheid aan zet.’