Bedrijven en banken komen vanaf 1 januari 2023 niet langer in aanmerking voor een exportkredietverzekering (ekv) voor nieuwe projecten in de fossiele energiesector, tenzij deze in lijn zijn met het internationale klimaatdoel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden. De ekv wordt daarnaast aantrekkelijker gemaakt voor groene projecten, ter ondersteuning van bedrijven in de energietransitie. De uitwerking van de verklaring van de COP26-klimaatconferentie van vorig jaar in Glasgow is een belangrijke stap in de verdere vergroening van de exportkredietverzekering. Bij de uitwerking van de COP26-verklaring heeft het kabinet afstemming gezocht met andere ondertekenaars om zoveel mogelijk een gelijkwaardig speelveld te garanderen.
Het voorgenomen kabinetsbeleid is erop gericht om, in lijn met de verklaring die het kabinet heeft getekend op COP26, nieuwe publieke steun via de ekv voor de fossiele energiesector in het buitenland per 1 januari 2023 te beëindigen. Dit betreft activiteiten die gericht zijn op de exploratie en winning, verwerking, op- en overslag en transport van fossiele brandstoffen en elektriciteitsopwekking door middel van fossiele brandstoffen. Deze uitwerking van de COP26-verklaring is een belangrijke stap in de verdere vergroening van de exportkredietverzekering.
Kansen pakken in energietransitie
Hoewel voor bedrijven met veel activiteiten in de fossiele sector de energietransitie uitdagend kan zijn, biedt deze ontwikkeling tegelijkertijd kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Zo kunnen bedrijven hun kennis in zetten voor klimaatprojecten wereldwijd. Daarnaast zijn voor de energietransitie de komende tijd veel investeringen in groene projecten nodig. Het kabinet wil deze kansen graag benutten en zet zich hier ook voor in. De afgelopen periode zijn er al veel maatregelen ingevoerd om groene transacties beter te ondersteunen met de ekv, zoals het verzekeren van meer risicovolle groene transacties en de groendekking voor investeringen in groene innovaties. Met extra maatregelen zet het kabinet in op verdere vergroening van de exportkredietverzekering. Zo wordt er gestart met het proactief opzetten van kredietlijnen voor buitenlandse afnemers van Nederlandse producten, zodat afnemers een ekv-gedekte kredietlijn kunnen krijgen voor het afnemen van goederen en diensten in Nederland. Daarnaast wordt ernaar gestreefd om 70% van de opdrachten onder de ontwikkelingssamenwerking-infrastructuurprogramma’s uit te laten voeren door Nederlandse bedrijven.
Strikte voorwaarden uitzonderingen
Vanwege de energietransitie blijven de komende jaren bepaalde investeringen in fossiele infrastructuur nodig om te voorzien in onze energiezekerheid. De ekv blijft daarom onder strikte voorwaarden toegankelijk voor investeringen in bestaande fossiele infrastructuur in lijn met het 1.5 graadscenario. Een belangrijke voorwaarde is dat de economische levensduur van de infrastructuur niet verlengd wordt. Andere voorbeelden van uitzonderingen zijn ondersteunende diensten voor fossiele infrastructuur, multipurpose havens en elektriciteitsproductie in lage inkomenslanden met extreme energiearmoede. Vanwege de huidige geopolitieke ontwikkelingen biedt het voorgenomen beleid daarnaast ruimte voor projecten die de leveringszekerheid in Europa veiligstellen en in lijn zijn met Europees REPowerEU beleid.
Zorgvuldige implementatie
Omdat veel projecten een lange aanlooptijd kennen, heeft het kabinet ervoor gekozen te werken met een overgangsperiode van één jaar. Hiervoor geldt dat aanvragen die gedaan zijn voor 1 januari 2023 uiterlijk 31 december 2023 kunnen leiden tot een polis. Nederland kiest hiermee voor een zorgvuldige implementatie.
Sinds het ondertekenen van de COP26-verklaring in Glasgow (2021) zijn bedrijven en NGO’s betrokken bij de uitwerking. In internationaal verband is afstemming gezocht over de uitwerking met medeondertekenaars van de COP26-verklaring. Zo wil het kabinet zorgen voor een zorgvuldige invoering van het nieuwe beleid en een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven. De komende tijd blijft het kabinet in overleg met andere landen die de COP26-verklaring hebben ondertekend. De uitwerking is daarom voorgenomen beleid dat nog kan worden herzien als de beleidsontwikkelingen in andere landen daar aanleiding toe geven.