Nederland stimuleert de komende 5 tot 10 jaar de teelt van eiwitrijke gewassen zoals veldbonen en aardappelen om minder afhankelijk te worden van importstromen van eiwitrijke grondstoffen (soja) van buiten de Europese Unie. Ook investeert het Rijk de komende jaren in onderzoek naar innovatieve eiwitrijke bronnen voor zowel mensen als dieren, zoals insecten en micro-algen. Daarnaast wil het kabinet verder experimenteren met het halen van eiwitten uit reststromen, bijvoorbeeld uit keukenafval. Dit staat in de Nationale Eiwitstrategie (NES) die minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De Europese Commissie heeft in 2018 alle lidstaten gevraagd om een nationale eiwitstrategie vorm te geven om als Europese Unie minder afhankelijk te worden van importstromen. Het doel van de eiwitstrategie is de komende 5 tot 10 jaar in Nederland meer plantaardige eiwitten te telen en te winnen, op een duurzame manier die bijdraagt aan de gezondheid van mens, dier en de natuurlijke omgeving. De NES draagt ook bij aan de transitie naar duurzame landbouw, betere bodemkwaliteit, meer biodiversiteit, minder emissies, het tegengaan van voedselverspilling en een betere balans tussen plantaardige en dierlijke consumptie.
Telen van eiwitrijke gewassen
Eiwitrijke vlinderbloemigen (o.a. veldbonen, erwten en bonen) doen het goed in het Nederlandse klimaat en kunnen als rotatiegewas bijdragen aan de bodemkwaliteit en de biodiversiteit. Om succesvolle teelt(systemen) te verbeteren en samenwerking te bevorderen, zet LNV met partijen uit heel de eiwitketen in 2021 een ‘Green Deal Vlinderbloemigen’ op.
Om de teelt van eiwitrijke gewassen als rotatiegewas of combinatieteelt te stimuleren, verkent LNV of bij de vormgeving van het Nationaal Strategisch Plan deze gewassen een plek kunnen krijgen binnen het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Ook kan veredeling van vlinderbloemigen bijdragen aan een rendabele teelt zonder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken.
Innovatieve eiwitten stimuleren
De akkerbouwgrond in Nederland is beperkt en daarom zullen ook steeds meer van onze benodigde eiwitten uit andere bronnen moeten komen, bijvoorbeeld uit eendenkroos of door bacteriën, schimmels en gisten om te zetten in een voedingsmiddel (fermentatie) en andere microbiële eiwitbronnen. Zowel op het gebied van eiwitverwerkingstechnologie (zoals grasraffinage) als plantaardige vleesvervangers en zogenoemde ‘novel foods’ (zoals kweekvlees) zijn er veel innovatieve ontwikkelingen in Nederland waar LNV in investeert. Een voorbeeld is het Missiegedreven Meerjarig Innovatie Programma met de Topsectoren, waarbij in 2021 vijf publiek-private onderzoeken gefinancierd worden op het gebied van eiwitvoorziening voor menselijke consumptie. Ook op regionaal niveau werken verschillende bedrijven en instellingen samen om eiwitinnovaties te testen en op te schalen, zoals in Gelderland bij de Regiodeal FoodValley.
Een andere innovatieve eiwitbron betreft insecten. Volgens de WUR kan in 2025 10 procent van de dierlijke eiwitten in diervoeder en 20 procent van de eiwitten in menselijke voeding worden vervangen door insecteneiwitten. Daarnaast brengen insecten de voedselketen in balans met de natuur. Met nieuw PPS-onderzoek en onderzoeksprogramma’s als ‘Susinchain’ en ‘Insectfeed’ draagt LNV bij aan onderzoek naar het veilig gebruik van insecten voor voedsel en diervoer. Om dit mogelijk te maken zet Nederland in op het wijzigen van Europese regelgeving om insecteneiwit veilig te verwerken in diervoeding.
Eiwit uit reststromen
Nederlandse boeren en tuinders zijn al aan de slag met het hergebruiken van eiwitrijke resten als basis voor varkens- en kippenvoer bijvoorbeeld. Maar er zijn nog eiwitrijke reststromen die volgens Europese richtlijnen niet zijn toegestaan, zoals keukenafval en diermeel. Om deze reststromen veilig en circulair te kunnen gebruiken als duurzaam alternatief voor geïmporteerde soja, blijft Nederland richting de Europese Commissie het belang benadrukken van het meer inbrengen van reststromen in de keten.
Consumptie
Ook met een verschuiving in het eetpatroon van consumenten naar meer plantaardige eiwitten is winst te behalen om de afhankelijkheid van eiwitimport te verminderen. De inzet is om via de voedselomgeving duurzamer eetgedrag van consumenten tot de gemakkelijke en normale keuze te maken. Het is daarbij ook belangrijk dat het steeds normaler wordt om duurzaam te eten. En dat consumenten daarvoor ook de vaardigheden hebben bij het kiezen, kopen en koken van voedsel.