Nederland pleit voor een broeikasreductie van ten minste 40% ten opzichte van 1990 in 2030. Met een dergelijke 2030-doelstelling kan de EU de mondiale onderhandelingen over een nieuw klimaatakkoord een impuls geven. Dat schrijft staatssecretaris Wilma Mansveld mede namens de minister van Economische Zaken in de kabinetsreactie aan de Tweede Kamer. Het is belangrijk om te investeren in innovatieve technologieën waarmee minder CO2 wordt uitgestoten. Ook is het belangrijk om maatregelen te nemen op het gebied van energiebesparing. Hoewel veel maatregelen op het gebied van energiebesparing zichzelf terugverdienen, vraagt het ook om investeringen. “Barrières om te investeren in deze maatregelen moeten dus worden opgeheven”, aldus staatssecretaris Mansveld.
Dit voorjaar publiceerde de Europese Commissie een groenboek waarmee de discussie is geopend over het EU klimaat- en energiebeleid tot 2030. In zijn reactie pleit Nederland voor een ambitieus Europees klimaatbeleid.
Bij deze ambitie past een reductie van ten minste 40% in 2030 ten opzichte van 1990. Daarmee blijft Europa op koers om in 2050 een broeikasgasreductie van 80-95% te realiseren. Daarmee draagt Europa bij aan de doelstelling van de VN om binnen de 2 graden doelstelling te blijven. Met deze inzet schaart Nederland zich bij de koplopers zoals het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Spanje en Frankrijk, die hetzelfde bepleiten.
Bij de vaststelling van de uiteindelijke hoogte van het EU-doel wil Nederland rekening houden met ontwikkelingen rond mondiale klimaatafspraken en het onderzoek naar de gevolgen voor de economie dat de Europese Commissie in het najaar publiceert. Als de belangrijkste landenblokken ook ambitieuze doelen stellen, kan de doelstelling voor 2030 hoger worden vastgesteld.
Het belangrijkste Europese instrument voor het tegengaan van klimaatverandering is het emissiehandelssysteem (ETS). De prijs van emissierechten is momenteel echter zo laag, dat het bedrijven nauwelijks aanzet om duurzame technieken toe te passen. Nederland is van mening dat een structurele versterking van het ETS nodig is. Daarom pleit Nederland er voor om het emissieplafond na 2020 jaarlijks sterker te verlagen dan nu het geval is en af te stemmen op de Europese reductiedoelstellingen voor 2030 en 2050. Door deze verlaging gaat de prijs van de emissierechten omhoog. Tegelijkertijd worden bedrijven gestimuleerd om duurzamere technieken toe te passen. Daarbij let Nederland erop dat de internationale concurrentiepositie van bedrijven hierdoor niet wordt geschaad. De beste manier om dat te doen, is door het bereiken van een nieuw mondiaal klimaatakkoord zodat bedrijven wereldwijd zo veel mogelijk aan dezelfde milieueisen moeten voldoen.
Komende maand presenteert de Staatssecretaris de Klimaatagenda. Daarin schets zij het kader voor het tegengaan van en het voorbereid zijn op de klimaatveranderingen.