Nederland blijft internationaal achter in het doorbreken van de koppeling tussen CO2-uitstoot en economische groei. Dat blijkt uit de Low Carbon Economy Index 2017 van PwC. In de index wordt de nationale CO2-uitstoot van de twintig grootste economieën plus Nederland afgezet tegen het bbp: hoeveel ton CO2 stoot een economie uit om een miljoen dollar te verdienen? Voor de G20 daalde deze zogeheten CO2-intensiteit met 2,6 procent. In Nederland nam deze echter met 0,1 procent toe.
De CO2-intensiteit van de G20 daalde vooral dankzij het verminderde gebruik van steenkool. Maar om de opwarming van de aarde ruim onder de 2 graden Celsius te houden moet de CO2-intensiteit jaarlijks minstens 6,3 procent afnemen. Weinig landen voldoen aan deze norm. De lage Nederlandse score hangt nauw samen met onze CO2-intensieve industrie en kan deels verklaard worden door een tragere ontwikkeling van windenergie dan geraamd.
Grote economieën zoals het Verenigd Koninkrijk (-7,7%), China (-6,5%), Australië (-3,5%) en de Verenigde Staten (-3,4%) laten wel een forse afname van de CO-2-intensiteit zien. Hun economische voorspoed gaat hand in hand met een daling van de uitstoot van broeikasgassen. Daarbij aangetekend dat China en de VS nog steeds tot de grootste vervuilers in de wereld behoren. Maar ook binnen de Europese klas is Nederland een van de slechtst presterende jongetjes. Nederland scoort slechter dan het EU-gemiddelde (-1,7%) en blijft achter bij landen als Duitsland en Italië.
‘In dit tempo zal Nederland de Parijs-doelstellingen niet halen’, zegt duurzaamheidspecialist Hans Schoolderman van PwC. ‘Laat staan de ambitie in het nieuwe regeerakkoord.’ Het doel om de uitstoot ten opzichte van 1990 met 49 procent te verminderen is ambitieuzer dan de verplichting die ‘Parijs’ Nederland oplegt. Om dit te halen, zal de reductie aanzienlijk moeten worden versneld: jaarlijks met gemiddeld 3,9 procent. De afgelopen 27 jaar was het gemiddelde tempo in Nederland niet meer dan een half procent per jaar.
Veel zal volgens Hans Schoolderman in Nederland afhangen hoe Rutte III haar voornemens met concreet beleid en maatregelen gaat invullen. ‘Het kabinet doet zeker een aantal goed dingen. De aanleg van windparken op zee gaat door, nieuwe woningen zullen vanaf 2021 niet meer standaard met aardgas worden verwarmd en er komt een Klimaatwet.’
Maar er bestaat grote onzekerheid over het verlagen van broeikasgassen door 18 Mton CO2 op te vangen en op te slaan. Ook VEMW – kenniscentrum voor de industrie – zet hier vraagtekens bij. Schoolderman: ‘Met CO2-opslag ben je nooit klaar. Het is geen structurele oplossing om de CO2-intensiteit te verlagen. Hiervoor moet het primaire proces worden aangepakt: hoe wekken we energie op, hoe benutten we energie op de meest efficiënte manier, en hoe vermijden we energiegebruik. Er zijn slimmere alternatieven om te verduurzamen, zoals waterstof als nieuwe energiedrager voor de industrie.’
Volgens Schoolderman liggen er kansen voor het bedrijfsleven. ‘Het regeerakkoord maakt duidelijk dat het nieuwe kabinet het niet alleen kan. Niet alleen de energiesector, maar juist ook andere sectoren zoals de agrarische sector en het vrachtvervoer zullen in een hogere versnelling moeten schakelen.’