Voor het klimaat en de leefbaarheid in onze steden en dorpen is het is belangrijk dat we meer reizen met het openbaar vervoer, fietsen, lopen en auto’s delen. Om zo ruimte te geven aan recreatie, groen en veilig buitenspelen in de buurt. Een Nederland, waar mensen weer voorrang krijgen op auto’s, dat doel stellen we de komende jaren centraal in ons werk. Hoe we daar komen en wat dit concreet oplevert, staat omschreven in de vernieuwde mobiliteitsvisie van Natuur & Milieu.
Het huidige Nederlandse mobiliteitssysteem is onhoudbaar. Dat stellen we in onze nieuwe mobiliteitsvisie. Natuur & Milieu presenteert daarom een pakket met 27 concrete maatregelen en 10 ambities. Door onderzoeksbureau CE Delft is berekend dat met dit pakket de stikstofuitstoot flink afneemt en de CO2-uitstoot van mobiliteit in 2030 met 49 procent is gedaald. “Zowel de druk van auto’s op steden, als het uitkleden van het openbaar vervoer in de regio moet veranderen. Bereikbaarheid is een groot thema in de politieke campagnes. Wij bieden een doorgerekend pakket met maatregelen die direct uitgevoerd kunnen worden”, vertelt Marjolein Demmers, directeur van Natuur & Milieu.
Mobiliteit is een belangrijke levensbehoefte en wordt steeds efficiënter en schoner, maar door de groei van de automobiliteit nemen de (fossiele) energievraag en CO2-uitstoot onvoldoende af om de klimaat- en stikstofdoelen te halen. Bovendien neemt het autogebruik steeds meer ruimte in vanwege extra parkeerplaatsen en nieuwe wegen. Demmers: “Het is tijd voor een gezond, groen en veilig land met schone lucht en een verbetering van de leefbaarheid in onze steden en dorpen. De mens moet voorrang krijgen op de auto.”
Basisvoorzieningen altijd dichtbij en bereikbaar voor iedereen
We benadrukken in onze mobiliteitsvisie het belang van een nieuwe manier van reizen en vervoeren. De concrete maatregelen zorgen ervoor dat het gemak en de toegankelijkheid van het reizen met openbaar vervoer toeneemt en de kosten voor alle inkomensgroepen te dragen zijn. De reistijd naar de dichtstbijzijnde ziekenhuizen, supermarkten en de meeste werklocaties komt met het openbaar vervoer en fiets overal binnen een acceptabele norm. Verder neemt het aantal parkeerplaatsen af, evenals het autobezit en is het niet meer nodig extra wegen aan te leggen.
Doelen voor 2030
- Minder CO2-uitstoot t.o.v. 1990
Klimaat- en Energieverkenning -13%
Mobiliteitsvisie Natuur & Milieu -49% in 2030 en -81% in 2037 - Minder stikstofuitstoot
Klimaat- en Energieverkenning -29,3%
Mobiliteitsvisie Natuur & Milieu -54,5% - Minder ruimtebeslag
- Meer hernieuwbare energie
Klimaat- en Energieverkenning 13%
Mobiliteitsvisie Natuur & Milieu 29% - Afname CO2-uitstoot met 49 procent
Door CE Delft is doorgerekend welke effecten de 27 maatregelen hebben op de CO2- en stikstofuitstoot, op het ruimtegebruik en het energiegebruik van mobiliteit. De effecten zijn vergeleken met de verwachte effecten van het huidig beleid. De binnenlandse mobiliteit, zonder internationale lucht- en scheepvaart, was in coronajaar 2021 goed voor 30,5 Mton CO2-uitstoot, zo’n 18 procent van het totaal. Volgens de prognoses in de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van 2022, behalen we in 2030 slechts een reductie van 13 procent voor mobiliteit ten opzichte van 1990. Dit terwijl de reductie gemiddeld over alle sectoren op 60 procent moet uitkomen. Mobiliteit moet daar ongeveer 40 procent aan gaan bijdragen. Demmers: “Het huidige reductiedoel voor mobiliteit is dus veel lager dan voor andere sectoren; zelfs dat onevenredig lage doel wordt niet gehaald. Ons pakket zorgt voor een afname van de CO2-uitstoot met 49 procent in 2030 en 81 procent in 2037. Het is tijd voor scherpere doelen en daarom pleiten wij voor vier 4 typen maatregelen: normeren, beprijzen, stimuleren en herwaarderen.”
Typen maatregelen
Wij dringen er bij de politiek op aan dat de overheid grenzen gaat stellen via normering. Bijvoorbeeld door te bepalen hoeveel CO2 een voertuig maximaal mag uitstoten in een bepaald gebied en door minimumeisen te stellen aan nieuw verkochte voertuigen. Beprijzing, via het principe ‘de vervuiler betaalt’, kan eveneens helpen zodat vervuilend gedrag duurder wordt en duurzaam gedrag aantrekkelijker. Een voorbeeld daarvan is een systeem van Betalen naar Gebruik, in ieder geval op basis van CO2-uitstoot. Tegelijkertijd willen we dat vervoer voor iedereen te betalen is en pleit daarom waar nodig voor compensatie via inkomensbeleid. Verder moet de overheid vrijwillige duurzame mobiliteitskeuzes van mensen en bedrijven aanmoedigen, bijvoorbeeld via betere infrastructuur voor schone vormen van vervoer en subsidieregelingen.