Nederland wil de SDG’s in 2030 behaald hebben – hier en in de rest van de wereld. Op 26 maart 2023 waren we halverwege de periode vanaf het aannemen van de SDG’s tot 2030. We zijn echter niet op weg – hier en in de rest van de wereld – om de doelen te halen.  Dat is een harde eerste conclusie uit de  Zevende Nationale SDG Rapportage die vandaag op Verantwoordelijkheidsdag (woensdag 17 mei) gepubliceerd wordt en aangeboden aan de Tweede Kamer. Er zijn afgelopen jaar echter ook talloze duurzame ontwikkelingen geweest. Het bedrijfsleven geeft aan dat de SDG’s steeds meer leven en dat de inzet van bedrijven en financiële instellingen ook dit jaar is gegroeid. Tegelijkertijd is de voortgang onvoldoende, terwijl het bedrijfsleven juist een cruciale rol kan en wil spelen om de voortgang te versnellen.

De nasleep van de pandemie, in combinatie met de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, hebben een zware wissel getrokken op het bereiken van de SDG’s. Zo heeft de coronapandemie vier jaar vooruitgang in armoedebestrijding teniet gedaan, waardoor 93 miljoen mensen extra wereldwijd in extreme armoede terecht kwamen. Wereldwijd is er stagnatie en achteruitgang, ook in veel ontwikkelde landen. Niet alleen armoede en honger namen verder toe, ook de gevolgen van klimaatverandering en toenemende ongelijkheid werden steeds zichtbaarder.

“Onze huidige manier van leven stuit op economische, sociale en ecologische grenzen” – Koning Willem-Alexander in zijn troonrede van 2022

Ook in Nederland kregen meer mensen het moeilijk, in het bijzonder door de gevolgen van de Oekraïnecrisis, de daaruit voortvloeiende energiecrisis en inflatie. Beide ontwikkelingen raken verschillende sociale doelen zoals armoedebestrijding en het tegengaan van ongelijkheid in al zijn aspecten.

De overlappende crises van onze tijd vragen om een samenhangende en toekomstgerichte aanpak. Dat levert op de langere termijn het meeste op voor mens, maatschappij en economie. De SDG’s bieden hier als universeel raamwerk een zeldzame kans op een betere toekomst.

Brede welvaart

Het meenemen van brede welvaart in de beleidscyclus draagt ook bij aan integraal beleid. De brede welvaart in het hier-en-nu wordt in dit denken verbonden met brede welvaart later en elders in de wereld. Zo kunnen de belangen van toekomstige generaties en mensen in andere landen worden meegenomen in de besluitvorming. Op elk van deze drie dimensies waren er in Nederland afgelopen jaar ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan het bereiken van de SDG’s. In het hier-en-nu versnelde de verduurzaming van de Nederlandse economie. Er is toenemend besef van de wederkerigheid tussen bedrijfsleven en de maatschappij en er wordt steeds meer van bedrijven verwacht dat zij duurzaam opereren. Wetgeving over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) op Europees en nationaal niveau zal daarvoor een belangrijke basis leggen, rekening houdend met een gelijk speelveld. De inkoopkracht van de Nederlandse overheid zal steviger worden ingezet om duurzaamheid te bevorderen via het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeverschap en Inkoop.

Bedrijfsleven

Het bedrijfsleven geeft aan dat de SDG’s steeds meer leven en dat de inzet van bedrijven en financiële instellingen ook dit jaar is gegroeid. Tegelijkertijd is de voortgang onvoldoende, terwijl het bedrijfsleven juist een cruciale rol kan en wil spelen om de voortgang te versnellen. Daar ligt een groot onbenut potentieel. Betere randvoorwaarden en een gelijk speelveld zijn voor het bedrijfsleven cruciaal. Dit vraagt volgens de bedrijven om een stevige publiek-private meerjarenvisie op hoe de benodigde versnelling bereikt kan worden. Een koersvaste overheid moet zorgen voor een gelijk speelveld, de SDG-inzet van bedrijven meer erkenning geven en  de transitie in de keten aanjagen, ook op de sociale doelen.

De thema’s die binnen bedrijven veel aandacht krijgen, betreffen klimaat (SDG 13), duurzame productie en consumptie (SDG 12), eerlijk werk en duurzame economische groei (SDG 8) en betaalbare en duurzame energie (SDG 7). Voor SDG 3, welzijn en gezondheid groeit de aandacht. Ook maken bedrijven zich zorgen over maatschappelijke problemen zoals toenemende ongelijkheid (SDG 10) en polarisatie. Het centrale principe van de 2030 Agenda, Leave No One Behind vormt een belangrijk uitgangspunt bij het verder vormgeven van de gewenste impact van bedrijven op de sociale pijlers. Sociale ondernemeningen noemen de inzet op SDG’s 3, 8 en 10 het meest.

Diverse factoren lijken een rol te spelen bij de toegenomen aandacht voor de SDG’s. De urgentie is groot en  bewustwording dat bedrijven een cruciale rol spelen in het bijdragen aan oplossingen voor mondiale uitdagingen neemt toe. Daarbij legde de energiecrisis de vinger op de zere plek; er zijn meer investeringen in duurzame energie nodig om minder afhankelijk te worden van fossiele energie en tegelijkertijd is de geopolitieke situatie van invloed op de beweging om de afhankelijkheid van grondstoffen te verkleinen. Bedrijven versnellen op de circulaire economie als gevolg van de grondstoffenschaarste en door de arbeidskrapte werken bedrijven explicieter aan hun maatschappelijke profiel om zo aantrekkelijker te worden voor werknemers. Daarnaast zorgde overheidsbeleid zoals het Corporate Sustainability Reporting Directive, de EU Taxonomy, de Corporate Governance Code, het klimaatbeleid en de ontwikkelingen m.b.t. Due Dilligence Directive het afgelopen jaar voor een stimulans waardoor bedrijven meer aandacht zijn gaan besteden aan het milieu en de sociale pijler.

Aanbevelingen

Versnellen en opschalen van positieve SDG impact en het mitigeren en voorkomen van negatieve effecten is de komende jaren hard nodig. Met het toenemend bewustzijn van het belang binnen het bedrijfsleven en de vele initiatieven die bedrijven hiermee helpen ligt er een groot potentieel. Bedrijven geven aan behoefte te hebben aan betere randvoorwaarden en een nationaal en Europees gelijk speelveld. Concreet doet het georganiseerde bedrijfsleven drie aanbevelingen richting de Rijksoverheid:

  • Formuleer een publiek-private aanpak vastgelegd in een consistente meerjarige visie. Vanuit deze visie kan een ondersteunend regelgevingskader worden ontwikkeld, om tegemoet te komen aan de behoefte aan een koersvaste overheid, die bijdraagt aan een gelijk speelveld voor ondernemers. Zo kan de overheid meer erkenning geven aan ondernemers die duurzaam leiderschap tonen en kan er een actief stimulerend beleid worden gevoerd, zoals het vereenvoudigen van vergunningsprocedures.
  • Zorg voor hulp aan bedrijven bij het vertalen van ambities naar concrete doelstellingen, ook op de sociale SDG’s. Mede door het Corporate Sustainable Reporting Directive zullen veel meer bedrijven aan de slag gaan met de hoe-vraag en is er behoefte aan tools die hierbij helpen.
  • De diverse bedrijvennetwerken kunnen bijdragen aan een meer collectieve impact en het versnellen van de inzet van bedrijven op de SDG’s. Daarbij is het noodzaak om de slagkracht van succesvolle initiatieven te vergroten, hetgeen een grotere convergentie tussen de diverse initiatieven vereist.