Nastreven van winst kan het algemeen belang wel degelijk dienen. Het kapitalistische systeem werkt op zichzelf zo, dat alle betrokkenen beloond worden naar rato van hun inspanningen: kennis, mankracht, goederen of geld. De belangen van aandeelhouders moeten daarbij zorgvuldig worden meegewogen. Geld van aandeelhouders weggeven voor liefdadigheid ligt dan ook niet voor de hand.
Geld storten op giro 555 getuigt van persoonlijke compassie, maar met maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft het niets te maken. Bij mvo-initiatieven moet per definitie sprake zijn van winst. Enerzijds maatschappelijke winst (lokaal, nationaal of internationaal), maar anderzijds ook waardecreatie voor het bedrijf zelf. Tegelijkertijd is het zoals Sir Geoffrey Chandler (voormalig Shell-topman en oprichter van de Britse Amnesty International Business Group) het zegt: de randvoorwaarde voor een zinnige definitie van mvo is niet dat kapitalisme het algemeen belang niet zou kunnen dienen, maar dat kapitalisme zonder principes schade kan toebrengen aan alle belanghebbenden, inclusief (…) de aandeelhouders.’
Mvo biedt dan ook een andere uitdaging van het bedrijfsleven: het wegnemen van het publieke wantrouwen in ondernemingen. Dat wantrouwen komt mede voort uit het idee dat winst altijd vóór waarden zou gaan, in plaats van daarop gebaseerd te zijn. Kapitalisme is het effectiefste mechanisme dat de wereld ooit gekend heeft om te voorzien in goederen en diensten en om financiële welvaart te creëren. Het moet zichzelf niet ondermijnen door gebrek aan onderliggende principes. Mvo is waardecreatie en gaat dus over de overlevingsstrategie van een onderneming. Het is niet wollig en geen liefdadigheid.
Margot Cooymans, Good Company