De Nederlandse Rijksoverheid moet bedrijven ambitieuzer aansporen en ondersteunen bij het aanpakken van hun negatieve impact op mensen- en milieurechten in hun internationale handelsketens. Dat stelt MVO Nederland, de beweging van ondernemers in de nieuwe economie. Dit zou de overheid moeten doen door wetgeving aan te passen en aanvullende maatregelen te nemen, zoals het stimuleren van werkelijke beprijzing en betere informatieverschaffing. Hierdoor zijn bedrijven beter in staat hun mvo-risicomanagement – ook wel due diligence – uit te voeren. Ook dragen ze bij aan de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s) en versnellen ze de transitie naar een nieuwe economie met eerlijke ketens.
De koplopende bedrijven in de beweging van MVO Nederland zijn vóór een due diligence-wetgeving die een ondergrens stelt voor internationaal mvo (imvo), met bijzondere aandacht voor jaarlijkse verslaglegging. De nieuwe wetgeving moet echter wel behapbaar zijn voor het hele bedrijfsleven. Daarom moet de overheid bedrijven ondersteunen bij de uitvoering van hun mvo-risicomanagement.
Nadruk op verbetering
Mocht een bedrijf niet kunnen voldoen aan de wetgeving, dan mag de overheid juridische sancties opleggen, maar slechts als uiterste maatregel. Voorafgaand kan de overheid bijvoorbeeld (verplichte) voorlichtingstrajecten en mediation inzetten – de nadruk moet liggen op verbetering. Het is dus belangrijk dat de overheid heldere voorschriften opstelt over hoe bedrijven kunnen voldoen aan hun due diligence-verplichting en dat ze ondersteuning krijgen bij de toepassing ervan. Dit laatste via bijvoorbeeld tools en een imvo-steunpunt.
MVO Nederland stelt dat een brede due diligence-wetgeving de risico’s op free riding, greenwashing en trade-offs – denk aan vooruitgang op het gebied van milieu dat leidt tot achteruitgang op gebied van mensenrechten – ondervangt en het voor duurzame koplopers eenvoudiger maakt om hun markt te vergroten. Verder maakt de wetgeving overig beleid effectiever.
Aanvullend economisch beleid
MVO Nederland pleit voor drie economische instrumenten als aanvullend beleid voor bindende wetgeving:
- het stimuleren van werkelijke beprijzing, onder andere via fiscale vergroening;
- een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV);
- ambitieuze aanbestedingscriteria.
MVO Nederland vraagt de Rijksoverheid om werkelijke beprijzing sterker centraal te stellen in het imvo-beleid als methode tot prioritering, meting en aanpak van imvo-risico’s. Maria van der Heijden, directeur-bestuurder van MVO Nederland: “Alleen door te werken met eerlijke beprijzing kunnen ketens duurzamer worden. Transparantie is hierbij een belangrijk element, omdat zo de herkomst van producten beter te achterhalen is en producenten meer invloed kunnen krijgen.”
Wees coherent en stimuleer sectorsamenwerking tussen MKB
MVO Nederland beveelt de overheid ook aan meer nadruk te leggen op betere informatieverschaffing, betere beleidscoherentie, en meer stimulering van (cross-)sectorale samenwerking, met name voor het mkb.
Maria van der Heijden: “MVO Nederland merkt dat ondernemers vaak moeite hebben met prioritering van mvo-risico’s en het ontwikkelen van een plan van aanpak. Bedrijven kunnen van elkaar leren, maar hebben ook behoefte aan duidelijkheid en samenwerking.”
De imvo-convenanten en andere vormen van sectorsamenwerking winnen aan kracht als de overheid meer ruimte biedt voor het faciliteren van samenwerking en de urgentie verhoogt voor bedrijven om zich aan te sluiten. Brede wetgeving kan deze urgentie creëren.