Beursgenoteerde ondernemingen maken nog maar mondjesmaat goede afspraken met toeleveranciers over zaken als leefbaar loon, veiligheid, vakbondsvrijheid of gezond werk- en leefmilieu. Dat blijkt uit onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). De vereniging bezocht de afgelopen maanden 64 aandeelhoudersvergaderingen (AvA’s).

Beursgenoteerde ondernemingen krijgen weliswaar steeds meer oog voor mensenrechten, maar weten vaak nog niet goed hoe ze er beleid op moeten maken en implementeren. Het aantal bedrijven dat in jaarverslagen aandacht besteedt aan het thema neemt gestaag toe. In 2010 was dat nog 12 procent. In 2011 rapporteerde al 65 procent over mensenrechten en dit jaar is dat 88 procent. Maar die aandacht voor het onderwerp leidt volgens de VBDO nog te weinig tot doortastend beleid.

Gedragscode

Toch heeft de VBDO ook goed nieuws te melden over mensenrechten. Bedrijven die wel werk maken van hun mensenrechtenbeleid, doen dat steeds beter. VBDO-directeur Giuseppe van der Helm ziet vooral de kwaliteit van de afspraken in leverancierscodes beter worden: “Afspraken worden concreter en dus makkelijker meetbaar. Dat is belangrijk want zonder harde afspraken en transparantie daarover, kun je niet controleren en niet sanctioneren. Dan verwordt een leverancierscode over mensenrechten snel tot een tandeloze waakhond.”

De beleggersvereniging spoort bedrijven aan om meer rekening te houden met mensenrechten dan volgens de wet strikt noodzakelijk is. Volgens de richtlijnen van de OESO horen bedrijven in landen met gebrekkige regelgeving dezelfde normen op het vlak van mensenrechten te hanteren als in eigen land.

“We verwachten van bedrijven dat zij risicoanalyses doen in de keten, de zogenaamde ‘due diligence’. Dat wil zeggen dat bedrijven onderzoek doen naar de risico’s met betrekking tot mogelijke mensenrechtenschendingen en daar vervolgens gepaste maatregelen op nemen. Daarmee kan bijvoorbeeld voorkomen worden dat consumenten zonder het te weten kleding kopen die geproduceerd is onder slechte omstandigheden, zoals we gezien hebben bij het incident in Bangladesh.”

Elektronicamultinational Philips en chemieconcern DSM zijn volgens de VBDO voorlopers op dit terrein. Beide organisaties hebben hun mensenrechtenbeleid op orde en doen aan ‘due diligence’.

Vorderingen

De VBDO heeft dit jaar ook veel vragen gesteld over het beloningsbeleid van de ondernemingen en hun impact op biodiversiteit. Op beide thema’s heeft de vereniging vorderingen te melden. Driekwart van de onderzochte ondernemingen baseert hun bonussen mede op duurzame doelen. Aan de andere kant zijn de bedrijven verre van transparant over de precieze doelstellingen. Over het thema biodiversiteit wordt door bijna de helft van de bedrijven gerapporteerd. Dat is twee keer zo vaak als vorig jaar.

Verantwoord Belastingbeleid

Minder gelukkig is de beleggersvereniging met de wijze waarop bedrijven met hun belastingbeleid omgaan. Ondanks de media-aandacht en maatschappelijke verontwaardiging over belastingontwijking ziet de VBDO dat multinationals nog weinig ondernemen om tot een verantwoord beleid te komen. Slechts vier van de 64 onderzochte bedrijven erkennen dat verantwoorde belastingafdracht onderdeel is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Het ontbreekt in de rapportages vooral nog aan transparantie over belastingafdrachten, vindt de VBDO.

VBDO maakte voor haar research en analyses onder andere gebruik van de jaarverslagen van de ondernemingen en gegevens van dataprovider Vigeo, vooraanstaand Europese expert in duurzame performance. Hierdoor beschikt de organisatie over diepgaande MVO-informatie met betrekking tot een groot aantal beursgenoteerde bedrijven.

Download hier het rapport “Duurzaamheid bij beursgenoteerde bedrijven in de versnelling”