Achtergrond – Twee op drie Nederlandse MKB-bedrijven zijn onbekend met richtlijn om vanaf 2024 te rapporteren over duurzaamheid, meldde ABN AMRO onlangs. Het gaat bij deze rapportage over de invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die met ingang van 1 januari 2024 voor zowel grote als beursgenoteerde middelgrote bedrijven verplicht is. Ook voor foodservicebedrijven. De overheid wil met de rapportage het zogenaamde ‘greenwashing’ bij bedrijven tegengaan.

Maar rapporteren over impact van een bedrijf kan alleen wanneer alle gebruikte data die daarvoor wordt gebruikt universeel is, dus voor alle bedrijven gelijk en toegankelijk is. Een organisatie die dat als haar taak en missie ziet is GS1. Mirjam Karmiggelt is directeur van GS1, een belangrijke internationale not for profit-organisatie voor het standaardiseren van informatie. De komende jaren komen er steeds meer eisen om data, over wat er in producten zit, te delen. Denk dan aan een digitaal paspoort of het e-label waarin moet staan wat er in wijn zit. Gestandaardiseerde informatie, die ook voor de consument duidelijk is. De afspraken die nodig zijn om te kunnen bepalen of elk bedrijf en land het over dezelfde dingen heeft, worden gemaakt in internationale werkgroepen. Zo ontstaat dus een soort gemeenschappelijke taal.

Velden

GS1 is ontstaan in 1974 met de komst van de barcode. Die zorgde ervoor dat een product uniek geïdentificeerd werd. Daarna werd er steeds meer gestandaardiseerde informatie aan het product toegevoegd en vastgelegd in de GS1-datapool. Al die informatie is van belang voor bijvoorbeeld de logistiek en voor wat er op etiketten staat. GS1 houdt productinformatie bij voor talloze bedrijven. Niet alleen in de foodsector, maar ook in non-food branches als de drogisterijsector, de zorg en doe-het-zelf winkels en tuincentra.

CO2-uitstoot

In de loop der jaren is de behoefte aan data over producten steeds verder toegenomen. Niet alleen omdat consumenten meer over het product willen weten, maar ook de overheid vindt het belangrijk dat zaken worden vastgelegd en duidelijk zijn. Karmiggelt: “Het gaat niet alleen om de vraag wat er in een product zit, maar ook hoe het is gemaakt en bijvoorbeeld welke afstand het heeft afgelegd. En ook hoe het product is getransporteerd. Een overheid wil bijvoorbeeld weten of er ontbossing heeft plaatsgevonden voor het product en ze willen nu ook weten wat de CO2-uitstoot is geweest. De CSRD-rapportage moet hierover duidelijkheid geven. Het betekent een explosie aan data, omdat bedrijven steeds meer informatie moeten vastleggen.”

QR-code

GS1 biedt bedrijven wereldwijd standaarden om alle verzamelde data op een goede en gestandaardiseerde wijze vast te leggen en te kunnen delen. Producten voor de foodservicemarkt passen daar uitstekend bij. Karmiggelt vindt het ook van belang dat er overal met dezelfde data wordt gewerkt. Zeker voor CSRD-rapportages. “Dat wil niet zeggen dat wij dat allemaal zelf moeten doen. We kunnen ook de informatie met elkaar delen. Als we het maar wel over dezelfde data hebben. Wij helpen nu bij het vastleggen van en het toegang geven tot data, maar voor de juistheid van die data zijn de bedrijven zelf verantwoordelijk. We toetsen de compleetheid wel.

Voor veel zaken, zoals transport over de weg, per vliegtuig of boot zijn er gestandaardiseerde formules die we internationaal zijn overeengekomen en die dus gelden voor alle partijen. Zo zijn we ook bezig te helpen om CO2-data vast te leggen in een apart veld. Op die manier wordt er aan een uniek nummer voor een product steeds meer informatie gekoppeld. De bekende barcode kan die informatie allemaal niet meer aan en dus schakelen we over op een QR-code. Met zo’n QR-code kun je veel meer data ontsluiten. Bovendien kunnen bij onze QR-codes makkelijker linkjes naar andere bronnen worden aangebracht.”

Urgentie

De rapportages moeten met ingang van volgend jaar plaatsvinden. Uit het onderzoek van ABN AMRO blijkt dat ruim de helft van de bedrijven gemakshalve aanneemt dat de nieuwe Europese richtlijn hun organisatie niet zal raken. Zij voelen ook nog niet de urgentie. 30 procent van de bedrijven zegt dat ze niet weten of de rapportage hun raakt, slechts 17 procent verwacht dat dat de informatie wel voor hun bedrijf geldt. Van de mkb-bedrijven gaat slechts een kwart ervan uit dat zij met de richtlijn te maken krijgen.

De onbekendheid van de nieuwe duurzaamheidsrapportage doet zich voor over de gehele breedte van de economie, laat ABN AMRO weten. Sectoren die relatief beter op de hoogte zijn van CSRD zijn de industrie en de financiële en zakelijke dienstverleners. Zo is de industrie en dus ook de foodindustrie, een belangrijke sector als het gaat om CO2-reductie, terwijl van financiële instellingen wordt verwacht dat zij de duurzame prestaties van hun klanten inzichtelijk maken. Dus of bedrijven het willen of niet, zij zullen zich er bezig mee moeten houden.

Oproep

Op een bijeenkomst van groothandel Sligro over duurzaamheid werd de CSRD-rapportage ook onder de aandacht gebracht door Sligro-woordvoerder Wilco Jansen en financial controller Esther Derksen. Zij hielden een pleidooi om er als leverancier of instelling vroeg mee te starten, omdat de rapportage de nodige tijd vraagt. Als groothandel is Sligro verplicht de rapportages te verrichten, ook gezien hun omvang. Dat betekent dat hun leveranciers (groot of klein) data zullen moeten aanleveren, en zo dus ook bijdragen aan die rapportageverplichting. Sligro brak een lans om de informatie in ieder geval gestandaardiseerd te houden, zodat deze voor iedereen toegankelijk is.

Directeur Karmiggelt van GS1 laat weten die handschoen te willen oppakken en roept daarbij ook de foodservicepartijen op. “We hebben genoeg werkgroepen waaraan zij kunnen deelnemen. Niet alleen op CO2-gebied, maar ook op het terrein van het delen van informatie over verpakkingen. We hebben de leveranciers in foodservice graag aan tafel. Het voelt voor ons nu echt als een opdracht om het voor die sector goed te regelen.”

(Dit artikel heeft eerder in @FoodClicks gestaan. Auteur: Steffen van Beek)