Vandaag is aan Nanou Beekman, directeur Visserij en Grote Wateren van het ministerie van LNV, tijdens de CoP Noordzee een blauwdruk overhandigd voor de mogelijke ontwikkeling van een eerste natuur inclusief Maripark op de Noordzee, een maritiem bedrijventerrein dat ontwikkeld kan worden binnen een nog aan te leggen of al bestaand windpark op zee. Het gebruik van de ruimte binnen windparken – medegebruik genoemd – kan helpen om beleidsdoelen te behalen, bijvoorbeeld voor voedselproductie of visserij, andere vormen van energieopwekking of natuurontwikkeling. Deze studie is in opdracht van het ministerie van LNV opgesteld door adviesbureau EY en sluit aan op de Visie Voedsel uit zee en grote wateren, die minister Adema recent naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

In deze studie is in beeld gebracht hoe een Maripark binnen een bestaand of nog te ontwikkelen windpark opgezet kan worden, hoe de aansturing hiervan kan werken en wat ervoor nodig is om een dergelijk Maripark financieel rendabel te krijgen met een positief effect op het ecosysteem. Hiervoor hebben de consultants van EY wereldwijd gezocht naar soortgelijke projecten en voorbeelden en een breed overzicht gemaakt van mogelijke medegebruik activiteiten in een Maripark met indicatie van zowel financiële als maatschappelijke waarde. Tot slot is er in het adviesrapport een suggestie gedaan voor planning, activiteiten en vervolgstappen om van concept naar realisatie te komen: de routekaart.

Nanou Beekman: “Het Mariparkconcept, zoals beschreven in het adviesrapport, is op dit moment niet één op één uit te rollen op de Nederlandse Noordzee. De opstellers hebben op ons verzoek geen rekening gehouden met bestaande Nederlandse wet- en regelgeving. Zo is er bijvoorbeeld afgeweken van de wettelijk toegestane vormen van medegebruik. Ook is afgeweken van de rol en begrenzing van het windpark door te kijken naar synergievormen met windparken. Dit is onder de wet Windenergie op zee niet mogelijk zijn. Voor de algemene juridische/fiscale aandachtspunten is uiteraard wel rekening gehouden met de geldende Nederlandse wet- en regelgeving. Op deze manier kon zonder beperkingen op basis van wereldwijd beschikbare literatuur en met betrokken stakeholders nagedacht worden over de optimale vorm van een Mariparkconcept, niet alleen voor mogelijke ontwikkeling in Nederland maar ook in het buitenland.”

Rogier van Steennis, director bij EY en een van de opstellers van het rapport: “Zowel nationaal, Europees en internationaal kent medegebruik van windparken vele uitdagingen die overwonnen moeten worden om tot ontwikkeling te kunnen komen. Medegebruik van windparken is gebaat bij samenwerking om te profiteren van synergievoordelen. Denk hierbij aan gebruik van gezamenlijke diensten en natuur inclusieve infrastructuur, maar ook directe ondersteuning en coördinatie bij wet- en regelgeving. Het Maripark concept is een overkoepelende aanpak en biedt handvatten om deze samenwerking te realiseren en hiermee de realisatie en vervolgens opschaling van medegebruik van ruimte binnen windparken te faciliteren en te versnellen.”

Huidig beleid

De ontwikkeling van een Maripark past binnen het huidige beleid voor de Noordzee. Het Programma Noordzee 2022-2027 vormt het beleidskader voor de periode 2022 – 2027 voor alle (ruimtelijke) activiteiten op de Noordzee. Centraal in het Programma Noordzee 2022-2027 staat de balans tussen de drie transities: voedsel, natuur en energie. De energietransitie op zee biedt kansen voor de ontwikkeling van medegebruik binnen windparken. Het gebruik van de ruimte binnen windparken is op dit moment mogelijk voor aquacultuur en passieve visserij, andere vormen van duurzame energieproductie en natuurontwikkeling, en draagt daarmee bij aan het realiseren van de balans.

De vergunningverlening voor medegebruik verloopt via RWS ZD met uitzondering van passieve visserij. Deze loopt via LNV.