‘Het scheppen van werk en vooral ook aandacht voor de kwaliteit van dat werk vormen een belangrijk onderdeel van onze inspanningen om de situatie in arme landen te verbeteren. Want kwalitatief goede werkgelegenheid brengt structurele economische verbeteringen die perspectief bieden op vergroting van de welvaart.’ Dit zei minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Den Haag op een bijeenkomst van de Novib.
De Geus wees erop dat Nederland zich altijd heeft ingezet voor de handhaving van de fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie, ILO. ‘Want alleen als de fundamentele arbeidsnormen worden nageleefd biedt werk mensen vrijheid en perspectief en draagt werk bij aan het uitbannen van armoede,’ aldus De Geus.
Toespraak van minister mr. A.J. de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de nieuwjaarsbijeenkomst van NOVIB op 20 januari 2005 in Den Haag.
Werk biedt de grootste zekerheid op een goed bestaan. Op een bestaan met geld, een bestaan met sociale contacten, met mogelijkheden tot ontwikkeling, met uitzicht op vooruitgang. Dat houden we in Nederland de mensen vaak voor, bijvoorbeeld als het gaat om vernieuwingen bij de sociale zekerheid. Die Nederlandse waarheid is ook buiten onze landsgrenzen een waarheid van belang. Ze geldt ook voor de mensen in landen met een lagere levenstandaard dan de onze.
Ook in die landen geniet werk de voorkeur. Tenminste, zolang het gaat om wat we in het Engels aanduiden als ‘decent work’. Dat wil zeggen: Fatsoenlijk werk, werk waar je je niet voor hoeft te schamen. Werk dat niet onder dwang wordt verricht, dat wordt gedaan onder behoorlijke omstandigheden, met nette arbeidsrelaties, met vakbondsvrijheid en met sociale bescherming. Als dat in orde is, dan is werk de beste manier om je te bevrijden uit armoede. En vooral ook de meest duurzame manier om vrij te zijn van armoede.
De directeur-generaal van de Internationale Arbeids Organisatie heeft dat de afgelopen jaren bij herhaling en mijns inziens met overtuiging aangetoond. Ik hoop dat ook bij andere internationale organisaties de overtuiging van de ILO terrein zal winnen dat het scheppen van goede werkgelegenheid de meest bestendige koers naar meer welvaart en minder armoede betekent.
De afschuwelijke ontreddering na de vloedgolf in Azië heeft ons laten zien dat er omstandigheden zijn waarin het schenken van geld en goederen een absolute ‘must’ is.
Maar dat laat onverlet dat naar mijn overtuiging het scheppen van werk en vooral ook aandacht voor de kwaliteit van dat werk een belangrijk onderdeel zijn van onze inspanningen om de situatie in arme landen te verbeteren. Want kwalitatief goede werkgelegenheid brengt structurele economische verbeteringen die perspectief bieden op vergroting van de welvaart.
Gelijktijdig zien we dat werkgelegenheid zich steeds sneller verplaatst over de wereld. Vooral de arbeidsintensieve sectoren van de industrie zijn minder honkvast geworden. Daarbij komt de toenemende vraag naar flexibiliteit. Minder vaste banen, meer deeltijd, meer uitbesteding, meer flexibele contracten, meer thuiswerk.
Dat houdt het risico in van minder arbeidszekerheid, minder sociale bescherming en slechte arbeidsomstandigheden. Daarom is het zaak dat we ook in het verband van de Verenigde Naties sterk aandringen op handhaving van de fundamentele arbeidsnormen. Nederland heeft zich binnen de Internationale Arbeidsorganisatie altijd sterk gemaakt voor die fundamentele arbeidsnormen.
Want alleen als die worden nageleefd biedt werk mensen vrijheid en perspectief en draagt werk bij aan het uitbannen van armoede. Waar de fundamentele arbeidsnormen niet worden gerespecteerd, dreigt een klasse te ontstaan van ‘working poor’, van mensen voor wie werk geen perspectief biedt op een beter bestaan. Een sociale bodem moet voorkomen dat het globale verkeer van arbeid uitwassen in de arbeidsverhoudingen tot gevolg kan hebben.
Een eeuw geleden kenden we ook bij ons nog het verschijnsel van de ‘working poor’.
Het verrichten van werk betekende in die tijd niet vanzelfsprekend het genot van een inkomen dat je vrijwaarde van armoede. Armoede en werk konden heel goed samengaan. Nu zien we in Nederland dat een volledige baan tenminste minimale bestaanszekerheid biedt. Armoede gaat in ons land vaak juist samen met werkloosheid: ‘not working poor’.
Ook in delen van de wereld waar werk nog niet leidt tot zelfs maar een begin van welvaart, is er in de meeste gevallen wel sprake van een rooskleurig toekomstperspectief. We zien dat in een land als China de lonen extreem laag zijn.
Maar we zien ook dat die lage lonen een stijgende trend vertonen. Dat is de relatieve kant van het verhaal. Een inkomen dat de laagbetaalde Chinees weliswaar vaak geen economische onafhankelijkheid biedt, maar dat wel uitzicht inhoudt op verbetering en op termijn op economische onafhankelijkheid.
Niet voor niets willen we dat in de Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties ‘decent work’ opgenomen wordt als een van de doelen die de komende tien jaar moeten worden bereikt. Ik denk dat ook bij ngo’s als Novib de doelstelling van ‘decent work’ niet misstaat op hun agenda.
Decent work is ook in het belang van ondernemers. De goede ondernemer kijkt verder dan vandaag en morgen. Hij wil zijn onderneming ook op de lange termijn in stand houden. Hij wil, met andere woorden, duurzaam ondernemen.
Er zijn ondernemers die geen weerstand kunnen bieden aan de verleiding hun bedrijf te verplaatsen naar landen buiten de Europese Unie. Landen met lage lonen en dus hoge winsten. Maar de prijs voor die lage lonen zal in sommige landen vroeg of laat op de mat vallen in de vorm van een hoge maatschappelijke rekening. Bijvoorbeeld de rekening voor schade aan het milieu. Of de rekening voor kinderarbeid. Want kinderarbeid betekent het exploiteren van kinderen in plaats van investeren in kinderen.
Gelukkig zijn er ook veel ondernemers die beseffen dat het de moeite waard is maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Dat het loont om te investeren in mens, milieu en maatschappij.
Binnenkort komt in New York de high level groep van de commissie voor sociale ontwikkeling van de Verenigde Naties bijeen. Daar wordt gesproken over het bevorderen van volledige werkgelegenheid.
Erg veel schot zit daar helaas nog niet in. Tien jaar geleden hebben we ons in VN-verband in Kopenhagen al ten doel gesteld armoede uit te bannen, volledige werkgelegenheid te bevorderen en sociale integratie te bevorderen. In de afgelopen jaren ging echter alle aandacht naar armoedebestrijding en zijn de andere twee thema’s, werkgelegenheid en sociale integratie, onderbelicht gebleven. Dit jaar moeten we die fout herstellen, te beginnen bij de commissie voor sociale ontwikkeling van de VN in New York.
Internationale samenwerking en goede afstemming tussen internationale organisaties zijn noodzakelijk om te bereiken dat ‘decent work’ de plaats gaat innemen van afkeurenswaardige vormen van werkgelegenheid. Ook u kunt daaraan uw bijdrage leveren.