Meer CO₂ besparen door laadsessies beter af te stemmen op het actuele aanbod hernieuwbare energie. De techniek is er al. De huidige eisen in veel openbare aanbestedingen vormen echter nog een obstakel. Dat kan anders. TotalEnergies pleit in een position paper voor een herziening van die eisen, zodat ons stroomnet duurzamer én efficiënter kan worden ingezet.
Minimum load requirement
Bij aanbestedingen voor de aanleg van publieke laadinfrastructuur wordt vaak in het programma van eisen een minimum load requirement (MLR) opgenomen. Deze voorwaarde bepaalt dat een gebruiker van een laadpunt op elk willekeurig moment kan rekenen op een minimaal vermogen waarmee zijn auto wordt opgeladen. In de praktijk varieert deze MLR tussen de 8A en 12A,5, wat neerkomt op 50% tot 80% van het maximale laadvermogen van een EV.
De vraag naar en het aanbod van stroom op het net is niet altijd gelijk. Op bepaalde momenten van de dag is de vraag naar stroom groter dan op andere momenten. Door de toename van elektrische voertuigen wordt netcongestie een steeds groter probleem. Daarbij is wind- en zonnestroom een wisselend aandeel van duurzame energie in de Nederlandse energiemix. Er is daarom in toenemende mate behoefte aan infra die flexibel omgaat met de wisselende netcapaciteit en het wisselende aanbod van duurzame energie.
Voertuigen staan vaak langer bij een paal dan nodig is om het voertuig op te laden (denk aan voertuigen die ’s avonds worden aangesloten en pas ’s ochtends weer worden afgekoppeld). Die extra tijd biedt de flexibiliteit om voertuigen te laden als er voldoende (groene) stroomcapaciteit op het net is en minder te laden als er minder (groene) stroomcapaciteit op het net is. Dankzij nieuwe stuuralgoritmes is laadinfrastructuur in staat om het laadmoment binnen de laadsessie te verschuiven om op deze capaciteit in te spelen. Dit heet slim laden.
Obstakel voor slim laden en energietransitie
De MLR bepaalt dat, ongeacht de situatie op het net, er te allen tijde met een minimaal vermogen geladen moet worden. De MLR houdt daarmee geen rekening met de fluctuaties van duurzame energieopwek en met de beschikbare capaciteit op het net. Op die manier kan een MLR juist bijdragen aan de congestie op het. Daarmee vormt de MLR een obstakel voor slim laden, de netbeheerder, de afname (consumptie) van duurzame energie en bij de verdere elektrificatie van het Nederlandse wagenpark.
Effecten op CO₂-reductie
Uit een steekproef van 45.000 laadsessies op 1.300 laadpunten is gebleken dat zonder MLR een CO₂-reductie van 21% behaald kan worden. Dezelfde laadsessies met een MLR van 12,5 Ampere (zoals voorgesteld in meerdere Programma’s van Eisen) reduceerden slechts 0,5%, m.a.w. zonder MLR kan tot 42 keer meer CO₂-uitstoot worden vermeden.
Alternatieve voorwaarde in PvE’s
TotalEneries pleit daarom om de MLR los te laten en te kiezen voor een alternatieve voorwaarde: de minimum energy requirement (MER). Daarbij wordt in tegenstelling tot de MLR niet uitgegaan van een bepaald laadvermogen op een willekeurig moment, maar van de benodigde energie gedurende een bepaalde periode (de laadsessie). Daarmee wordt het mogelijk om de extra tijd die een voertuig aan een laadpaal staat te gebruiken om het laadvermogen af te stemmen op de belasting (congestie) van het net of op de beschikbaarheid van stroom uit duurzame bronnen (wind, zon).