Er werken in Nederland nog steeds minder vrouwen in topfuncties dan mannen. Dit komt onder andere doordat veel vrouwen in deeltijd werken. In veel organisaties en ondernemingen is de cultuur om managementfuncties niet in deeltijd aan te bieden, en vaak worden mensen die in deeltijd werken als minder ambitieus gezien. Hierdoor zijn vrouwen ondervertegenwoordigd in managementfuncties. Om dit te veranderen moeten organisaties en ondernemingen een diversiteitsbeleid voeren met maatregelen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en loopbaanbeleid. Daarnaast is in Nederland een maatschappelijk debat nodig over werken in deeltijd en het vervullen van een leidinggevende functie.
Vrouwenaandeel in top blijft achter
Hoewel het aantal vrouwen in top- en managementfuncties de afgelopen 20 jaar in Nederland is toegenomen, werken er nog steeds veel minder vrouwen dan mannen in zulke functies, vooral in grote ondernemingen. Terwijl het kabinet per 1 januari 2022 een quotum heeft ingesteld voor vrouwen aan de top van beursgenoteerde bedrijven. Hoe valt het te verklaren dat er nog steeds zo weinig vrouwen als manager of topbestuurder werken? Die vraag is voor het eerst op basis van recente, landelijke gegevens empirisch onderzocht en staat centraal in het proefschrift van SCP-onderzoeker Ans Merens.
Met haar proefschrift ‘Een lange weg. De ondervertegenwoordiging van vrouwen in management en top nader verklaard’ promoveert Ans Merens op 23 september 2022 aan de Universiteit Utrecht bij de faculteit Economische Wetenschappen.
Minder doorstroom vrouwen naar top
Uit het onderzoek waarbij mensen langdurig zijn gevolgd, blijkt dat het minder doorstromen van vrouwen naar leidinggevende en topfuncties een oorzaak is van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in top en management. De uitstroom van vrouwen uit top- en managementfuncties is even groot als die van mannen. Dus dat speelt geen rol bij het geringe aandeel vrouwen in top- en managementfuncties.
Leiding geven in deeltijd ongebruikelijk
Daarnaast toont het proefschrift aan dat de ongelijke verhouding tussen vrouwen en mannen in management- en topposities vooral bepaald wordt doordat vrouwen veel vaker dan mannen in deeltijd werken en het feit dat in veel ondernemingen leidinggeven in deeltijd niet gebruikelijk is. Daarbij blijkt dat werken in deeltijd – maar ook weinig overwerken – ongunstig is voor de latere doorstroomkansen naar leidinggevende functies. Deeltijders worden vaak als niet ambitieus beschouwd. Daarbij maakt het aantal gewerkte uren uit. Het werken in grote deeltijdbanen geeft meer kans dan kleine deeltijdbanen op doorstroom naar leidinggevende functies.
Doelgericht diversiteitsbeleid mét betrokkenheid
Om meer vrouwen aan de top te krijgen, is een diversiteitsbeleid met daadwerkelijke betrokkenheid van de top bij dit beleid een belangrijke voorwaarde en moeten er concrete doelen worden vastgesteld met een plan van aanpak, stelt Merens vast in haar proefschrift. Daarnaast blijkt niet één specifieke maatregel maar vooral een groot aantal verschillende maatregelen binnen een organisatie effectief te zijn, zoals op het terrein van arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld de mogelijkheid van thuiswerken) en loopbaanbeleid (zoals het aanbieden van managementtrainingen).
Maatschappelijk debat over werk
Naast het promotieonderzoek van Ans Merens verschijnt op 28 september aanstaande ook het SCP-rapport ‘Eens deeltijd, altijd deeltijd’ over deeltijdwerk in Nederland. Dat onderzoek toont aan dat deeltijdwerk door vrouwen is ingesleten in de Nederlandse cultuur en structuur. Als we hier – onder meer gezien de krapte op de arbeidsmarkt – verandering in willen brengen, zal een breed maatschappelijk debat moeten worden gehouden over hoe (betaald en onbetaald) werk in Nederland is georganiseerd, hoe we de arbeidsmarkt in de toekomst zien en wat er nodig is om dat te bereiken.