De OESO-richtlijnen. Op het eerste oog niet het meest sexy onderwerp. Als je je er als ondernemer echter verder in zou verdiepen kom je er al snel achter dat deze internationale mvo-richtlijnen wel eens essentiëler kunnen zijn voor het bereiken van de nieuwe, toekomstbestendige economie dan je denkt. Alleen, uit recent onderzoek blijkt dat slechts 35 procent van de grote bedrijven bekend is met de richtlijnen en het mkb nog veel minder. Onze overheid wil dat in 2023 op 90 procent hebben! Er is dus nog veel te doen als we willen werken aan minder milieuvervuiling en betere arbeidsomstandigheden in de wereld. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de overheid.
Waarom OESO Richtlijnen?
Voor diegenen die niet precies weten wat de OESO-richtlijnen inhouden, even wat context. Ze zijn ooit ontwikkeld in de jaren zeventig om gelijke spelregels te creëren op de wereldmarkt. Om te voorkomen dat bijvoorbeeld een bedrijf met kinderarbeid in het ene land wel wordt bestraft en in het andere land niet. Of dat het aannemen van steekpenningen in alle OESO landen op gelijke wijze wordt vervolgd. Inmiddels zijn deze richtlijnen uitgegroeid tot de meest vergaande, door overheid ondersteunde mvo-richtlijnen die ook voor subsidies worden gebruikt. Ze zijn samengesteld uit internationale verdragen waaruit de voor grote bedrijven meest relevante richtlijnen zijn gekozen. Tot op de dag van vandaag hebben 37 rijke landen zich bij de OESO aangesloten en zijn er vijf kandidaatlanden, samen goed voor 80 procent van de wereldhandel.
Zorgplicht voor bedrijven
Inmiddels gebruiken we de OESO-richtlijnen vaak in samenhang met een andere term die je steeds vaker hoort: due diligence. Oftewel: de zorgplicht voor bedrijven om te weten hoe hun keten eruit ziet en om passende maatregelen te nemen als iets niet volgens de OESO-richtlijnen gaat. De Sociaal Economische Raad stelt al dat due diligence verplicht moet worden. Bedrijven moeten dan weten waar hun spullen vandaan komen – tot in elke schakel van de keten. Deugen de werkomstandigheden bij de fabrieken? Krijgen mensen voldoende betaald? En hoe gaan bedrijven om met hun chemicaliën en watervervuiling bijvoorbeeld? Ook partijen als VNO-NCW, MVO Nederland en diverse vakbonden zijn het erover eens dat due diligence-wetgeving verplicht moet worden. Toch wil de Nederlandse overheid niet vooruit lopen op andere EU-landen en houdt het vooralsnog tegen.
Omdat we sneller kunnen
Hoewel ik er alle vertrouwen in heb dat de wet er uiteindelijk doorkomt, vind ik het wel te traag gaan. De SDG-ontwikkeldoelen hebben hun einddoel in 2030, dat is al over tien jaar. Dus het is echt aan het volgende kabinet om tempo te maken. De argumenten daarvoor zijn helder. Allereerst zorgt due diligence ervoor dat er een dialoog op gang komt. Als G-Star een Indiase fabrikant als jeansproducent heeft, moeten ze in gesprek gaan over de OESO-richtlijnen en of die worden gevolgd. Anders kan er überhaupt geen samenwerking plaatsvinden. Dat betekent dus zowel dat G-Star erom moet vragen, maar ook dat fabrieken ernaar moeten handelen om westerse klanten te vinden. Het draagt dus bij aan transparantie en een eerlijke handelsketen.
Wetgeving zorgt er ook voor dat maatschappelijke organisaties of vakbonden die in een fabriek willen controleren, makkelijker toegang kunnen krijgen. Die kunnen bovendien vervolgens een klacht indienen bij een nationaal contactpunt van de OESO. En daar moeten bedrijven ontvankelijk voor zijn. Zeggen dat het probleem bij je leverancier ligt en niet bij jou, is er nu al niet meer bij, maar bij nieuwe wetgeving nog verplichtender. Inmiddels wordt het wel een keertje tijd dat we verantwoording afleggen over hoe iets gemaakt is in de keten. Veel bedrijven doen dat al lang en bedienen hier ook de nieuwe consument mee die wil weten of zijn kleding of mobieltje vrij van kinderarbeid is.
Multinationals houden het tegen
Samen met de bedrijven in het netwerk van MVO Nederland ben ik dus voorstander van een verplichte due diligence-wetgeving. De koplopers hebben hun werk zelfs al gedaan door te laten zien dat volledige transparantie van de keten gewoon mogelijk is. Wat de wet nu tegenhoudt? Dat is de macht die grote multinationals als Shell en Unilever hebben op onze regering. Die hebben een rechtstreekse lijn met de minister en vertragen dan door te zeggen dat we beter kunnen wachten op Europese wetgeving. Terwijl we ook gidsland kunnen zijn voor die Europese aanpak. Ik merk dat ik steeds minder geduld heb met die spelers van de oude economie. Waarom wachten?
Dus overheid, toon lef en stop met polderen. Stap over die lobby van de multinationals heen en vergeet voor even dat je straks ook weer herkozen wilt worden. Iemand die die rol perfect op zich zou kunnen nemen is de Minister van de nieuwe economie.
Nu al aan de slag
Nu al aan de slag met het in kaart brengen van jouw keten? Dat kan met de MVO Risico Checker, waar je na een korte check ontdekt welke internationale mvo-risico’s je loopt met jouw handelsactiviteiten en wat je kunt doen om die risico’s te beperken. Wil je specifieker onderzoek doen in je keten en zoek je een financiële bijdrage daarvoor? Vraag dan de IMVO-voucher aan en krijg vijftig procent terug van de kosten voor het inhuren van een externe adviseur om jouw internationale handelsketen te verduurzamen.
Michiel van Yperen, projectmanager Internationaal MVO bij MVO Nederland