De bouwsector produceerde in 2016 het meeste afval, maar is ook goed voor ruim de helft van het gebruik van alle gerecyclede materialen. Dit meldt het CBS op basis van de gereviseerde Materiaalmonitor 2014-2016, opgesteld in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Het hergebruik van materialen, als grondstof voor het productieproces, draagt bij aan de overheidsdoelstelling om een circulaire economie te realiseren voor 2050. Hoe circulair een economie is meet het CBS met verschillende indicatoren. Dit artikel gaat in op twee indicatoren: de hoeveelheid geproduceerd afval, en het hergebruik van materialen. In een volledig circulaire economie worden grondstoffen (biomassa, fossiele grondstoffen, metalen en niet-metaalhoudende mineralen) en producten zo efficiënt mogelijk ingezet en waar mogelijk hergebruikt. Dit kan onder andere door de levensduur van producten en onderdelen te verlengen, of producten te herontwerpen of hergebruiken.
Minder gebruik van ruwe grondstoffen, en een minimalisatie van afval, zorgen voor minder weerslag op het milieu.In 2016 werd in Nederland 245 miljard kilogram aan materialen voor binnenlandse consumptie gebruikt. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2014, toen dat 241 miljard kilogram was. Van deze materialen werd een derde gebruikt voor het opwekken van energie, de rest werd in Nederland geconsumeerd of bleef bewaard in voorraden. Een deel van de geconsumeerde producten wordt weggegooid. Van dit afval werd ruim 83 procent gerecycled in 2016.
Meeste inzet gerecyclede materialen in de bouw
Bijna 38 procent van de gebruikte materialen in de bouwsector was gerecycled. De bouw gebruikte vooral minerale afvalstoffen, zoals puin, voor de aanleg van wegen. Gemiddeld werd in alle bedrijfstakken bijna 15 procent aan gerecyclede materialen gebruikt in het productieproces. Bij de inzet van gerecycled materiaal is niet alleen de gebruikte hoeveelheid van belang, maar ook de hoogwaardigheid van het gerecyclede materiaal. Zo kan een gebouw worden gesloopt, en het puin worden gebruikt voor de aanleg van wegen. Maar de slooponderdelen van een gebouw kunnen ook worden gebruikt om een nieuw gebouw te maken. Bij hergebruik van het gebouw, eventueel na enig onderhoud en reparatie, is het waardebehoud nog groter.
De bouwsector gebruikte ook het grootste aandeel gerecyclede materialen van alle bedrijfstakken. Van alle gebruikte, gerecyclede materialen werd bijna
54 procent ingezet in de bouw, gevolgd door de landbouw met
16 procent, en de voedingsmiddelenindustrie met 10 procent. In de voedingsmiddelenindustrie wordt vooral bij de productie van oliën en vetten en veevoeders naar verhouding veel gebruikgemaakt van gerecyclede grondstoffen.
Bouw produceert meeste afval
Bijna een kwart van alle productie (producten en afval) in de bouwsector bestond uit afval. Hierbij wordt sloopafval, afkomstig van bestaande gebouwen (ongeveer 11 miljard kilogram), buiten beschouwing gelaten. Voor alle bedrijfstakken samen was dat bijna 11 procent. In de metaalindustrie en voedingsmiddelenindustrie was het aandeel afval ongeveer 10 procent van de totale productie.
De bouw produceerde in 2016 ook in absolute zin het meeste afval van alle bedrijfstakken: de helft van al het afval was afkomstig van deze sector. Daarna volgt de voedingsmiddelenindustrie met
22 procent, en de landbouw met
14 procent van het totaal aan afval.
Nederland hoogste gebruik gerecyclede materialen in EU-28
Ook de Europese Commissie heeft een beleidsprogramma circulaire economie, die voor alle EU-28 landen de voortgang hiervan vaststelt. Nederland hergebruikte in 2016 naar verhouding veel materialen. Daar staat tegenover dat Nederland meer afval per inwoner produceerde dan gemiddeld in de EU. Van alle materialen die werden gebruikt was in Nederland het aandeel gerecycled het hoogste van alle EU-28 landen: 29 procent.