Twee op de drie ondervraagde Nederlanders vindt dat de culturele sector duurzamer moet worden. Dit blijkt uit nieuw onderzoek in opdracht van de Boekmanstichting. Dat mensen verduurzaming willen, betekent niet dat ze elk initiatief direct omarmen. Ze steunen vooral maatregelen die hen of de culturele maker niet direct raken. Het rapport ‘Public Perceptions of Dutch Cultural Institutions’ laat zien wat mensen belangrijk vinden aan de culturele sector en welke rol de sector in verduurzaming moet spelen. Ruim 63 procent is hier voorstander van, 19 procent is neutraal en 18 procent is tegen. De ondervraagden zijn minder enthousiast over initiatieven die hen direct raken. Met dit onderzoek wil de Boekmanstichting de kunst- en cultuursector ondersteunen met kennis over duurzaamheid. Uit eerder eigen onderzoek blijkt dat de sector wel wil verduurzamen, maar dat er nog veel behoefte is aan kennis.
Nederlanders positief over duurzame bedrijfsvoering
In de eerste plaats vinden Nederlanders het belangrijk dat culturele instellingen hun bedrijfsvoering verduurzamen (73 procent). Zo is ruim drie kwart (78 procent) van de geënquêteerden van mening dat het een verantwoordelijkheid is van de culturele sector om afval te verminderen en te recyclen.
Driekwart (75 procent) van de mensen is voorstander van het gebruik van lokale leveranciers. Daarnaast zien ze kansen voor het gebruik van milieuvriendelijke producten (73 procent), besparen van energie (65 procent), gebruik van duurzame energie (62 procent) en ethische financiering (56 procent).
Invloed duurzaamheid op creatieve maakproces
Bijna twee derde (63 procent) van de Nederlanders vindt dat culturele instellingen alleen duurzame materialen moeten gebruiken. Ook steunt 63 procent maatregelen om de biodiversiteit zichtbaar te verbeteren, onder andere door de aanleg van groene daken. Als het gaat om duurzaamheid in relatie tot de creatieve vrijheid van de maker, dan is men kritischer.
Een kleinere groep (46 procent) vindt dat culturele instellingen voorrang moeten gegeven aan makers die duurzame materialen gebruiken of zich in het bijzonder richten op klimaatthema’s (44 procent). Ook is 45 procent van de Nederlanders van mening dat culturele instellingen een deel van hun programmering moeten besteden aan klimaatthema’s. Het aantal mensen dat voorstander is van deze maatregelen is nog altijd groter dan de groep die tegen is (respectievelijk 28 procent, 31 procent en 30 procent).
Minder steun voor beïnvloeding publiek
Hoewel de meesten voorstander zijn van verduurzaming staat een kleiner deel positief tegenover maatregelen die hen direct raken. Zo geeft 62 procent aan dat ze vinden dat culturele instellingen alleen duurzame producten moeten verkopen. Denk daarbij aan een museumcafé dat melkproducten vervangt voor plantaardige alternatieven. 54 procent van de Nederlanders vindt het belangrijk dat culturele instellingen het openbaar vervoer stimuleren onder de bezoekers.
Als het gaat om het informeren van het publiek, dan vindt 60 procent dat culturele instellingen duurzame acties moeten promoten onder bezoekers. 58 procent is van mening dat culturele instellingen hen moet informeren over de invloed van de mens op het klimaat. Een kleine meerderheid (52 procent) wil weten welke duurzame maatregelen culturele instellingen zelf hebben genomen.
Rapport ‘Public Perceptions of Dutch Cultural Institutions’
Duurzaamheid is een urgent onderwerp en kan in de toekomst invloed gaan hebben op de bezoekersaantallen. Zo verwacht 41 procent van de Nederlanders dat ze over vijf jaar minder snel een niet-duurzame culturele instelling zullen bezoeken. Bijna de helft (48 procent) is neutraal en een klein deel (11 procent) verwacht vaker een niet-duurzame instelling te bezoeken.
Het onderzoek is gebaseerd op een enquête onder 763 personen. Het rapport ‘Public Perceptions of Dutch Cultural Institutions’ is geschreven door Hanna-Marie Holm, Kimberly Bebendorf en Thijs Bouman in samenwerking met de Afdeling Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen, in opdracht van de Boekmanstichting.