Een grotere focus op een kleiner aantal landen, ondernemers beter beschermen en weerbaarder maken tegen oneerlijke concurrentie en aandacht voor beter internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Dat zijn de drie belangrijkste speerpunten uit de nieuwe beleidsnota ‘Doen waar Nederland goed in is: Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking’ die Liesje Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Een toelichting van evofenedex.
De Kamer gaat volgende week met de minister in debat over de nieuwe nota, die tot stand is gekomen na een uitgebreide consultatie onder bedrijven en belanghebbenden. Het doel van het vernieuwde beleid is om een grotere samenhang en focus in het BHOS-beleid aan te brengen. evofenedex stelt vast dat het een ambitieuze nota is en ziet belangrijke aandachtspunten terug uit haar eigen inbreng.
De volgende nieuwe accenten zijn opgenomen in het Nederlandse handelsbeleid:
- Op het gebied van handelsbevordering en handelsfacilitatie legt het kabinet grotere focus op een kleiner aantal markten (25 zogenoemde focuslanden), om zo met dezelfde middelen meer resultaat te halen. Daarnaast gaat het handelsinstrumentarium sterker bijdragen aan het realiseren van duurzaamheid, ook met behulp van het bevorderen van digitalisering. Het handelsinstrumentarium bestaat nu bijvoorbeeld uit subsidies, exportkredieten, handelsmissies en beurzen, faciliteren van netwerken en vertrekken van (maatwerk) advies en economische diplomatie. Drie ministeries: Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat, en Landbouw, Natuur en voedselzekerheid gaan zich daarnaast gezamenlijk inzetten om het Nederlandse bedrijfsleven te ondersteunen bij innovatie en digitalisering.
evofenedex wees erop dat hierbij is de digitale readyness van het MKB essentieel is om IMVO en due diligence in de gehele waardeketen succesvol te kunnen implementeren. Due diligence houdt in dat een bedrijf de risico’s op eventuele misstanden, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en mensenrechten, in beeld brengt in zijn gehele waardeketen. Zonder meer transparantie maar ook meer standaardisatie in de keten gaat dat niet lukken. Het te ontwikkelen IMVO-steunpunt kan (mkb-)bedrijven hierbij helpen.
- De economische weerbaarheid van bedrijven wordt bevorderd en ondernemers worden beter beschermd tegen oneerlijke concurrentie.
evofenedex lichtte uit dat vanwege de geopolitieke spanningen internationaal ondernemen steeds ingewikkelder wordt. Door crisis op crisis wordt de wendbaarheid van ketens getest en moeten ondernemers hun groeimodellen bijstellen. Wereldwijde handel wordt naast ingewikkelder ook risicovoller door verstoringen. De overheid kan het verdienvermogen van bedrijven versterken door extra inzet op handelsfacilitatie en handelsbevordering op de posten en het huidig handelsbevorderend beleid te intensiveren t.a.v. de focuslanden. Door bijvoorbeeld communicatie over veranderende omstandigheden of wetgeving, het verbinden met partijen of helpen voldoen aan of het begrijpen van regelgeving kan de impact van handelsbelemmeringen en verstoringen worden verkleind. Aanvullend kan het handelsinstrumentarium worden uitgebreid met accent op de inkomende stromen in de EU. Die stroom bepaalt tegenwoordig in hoge mate voor bedrijven of het verdienvermogen intact blijft. In de beoogde herziening van het Europese Douanewetboek van de Unie trekken overheid en bedrijfsleven waar mogelijk samen op.
- Nederland streeft in EU-verband naar hoge standaarden in handelsakkoorden en zorgt voor Europese en nationale IMVO-wetgeving.
Tot slot hield evofenedex uiteraard pleidooi voor Europese standaarden. Als open economie hebben Nederlandse bedrijven belang bij wereldwijde gereguleerde handel, met oog op een gelijk speelveld. De EU liep voorop met regionale akkoorden maar wordt bijgehaald. Inzet op multilaterale (handels)afspraken, geschillenbeslechting en WTO-conformiteit van regelgeving is essentieel. Ook wees evofenedex erop dat de basis van IMVO-beleid Europees beleid moet zijn en daarbij dienen de OESO-richtlijnen als leidraad.
Na het zomerreces worden aanvullende strategieën zoals de Afrikastrategie Global Health strategie, de grondstoffenstrategie en de Internationale Klimaatstrategie gepubliceerd.
Foto: Martijn Beekman