Nieuwe regelgeving en veranderende consumentenvoorkeuren hebben de markt voor Europese eieren in beweging gezet. De Nederlandse eierketen reageert hierop. Legpluimveehouders toonden de afgelopen jaren veel veerkracht. Ze bleken in staat om consumenten een ruimere keuze te bieden en brachten het verhaal van hun eierproductiewijze succesvol voor het voetlicht. Door voorbije en toekomstige veranderingen neemt de duurzaamheid van eieren toe, vooral op het gebied van dierenwelzijn. Consumenten kiezen steeds vaker voor eieren met een hoger dierenwelzijnsniveau, of het nu gaat om tafeleieren of producten waar ei in zit. De bijbehorende prijsstijging nemen ze voor lief.
Sinds het verbod op de traditionele batterij in 2010 (Duitsland) en 2012 (Nederland) is een tweedeling in de eiermarkt ontstaan. Noordwest-Europa had vooral aandacht voor dierwelzijn en vroeg om scharreleieren. Voor Zuid- en Oost-Europa was voedselveiligheid prioriteit, wat een opmars van verrijkte-kooieieren veroorzaakte. De aanvankelijke overproductie van scharreleieren zorgde voor prijsdruk. Dat maakte het voor voedselverwerkende bedrijven aantrekkelijk om over te stappen op scharreleieren, of zelfs vrije-uitloop- of biologische eieren. Bovendien konden ze de keuze voor ‘diervriendelijkere’ eieren gebruiken in de marketing van hun eindproducten. Hierdoor steeg de vraag naar scharrel-, vrije-uitloop- en biologische eieren.
De zelfstandigheid van de legpluimveehouder is een belangrijke kracht van de sector. Als autonome schakel bleek hij zeer goed in staat om nieuwe houderijsystemen onder de knie te krijgen, dieren efficiënt te houden en met innovaties de productiviteit te verhogen. Bovendien bracht hij de flexibiliteit op om perioden met lage prijzen op te vangen, soms met hulp van toeleveranciers en afnemers.
Download het rapport ”Geld voor je eieren (pdf)