In 2017 waren er in Nederland 54 duizend voltijdbanen in hernieuwbare energie en energiebesparing. In 2008 waren dit er nog 35 duizend. De werkgelegenheid in de hernieuwbare energie en energiebesparing stijgt onafgebroken sinds 2008, met enkel een kleine terugval in 2011. De werkgelegenheid in de conventionele energie groeide vanaf 2008 gestaag tot 2014, waarna zij terugviel tot het niveau van 2008. In 2017 waren er omgerekend 64 duizend voltijdbanen verbonden aan conventionele energie. Dit blijkt uit onderzoek dat het CBS vandaag publiceert.
De werkgelegenheid in energie-gerelateerde activiteiten betreft zowel de exploitatie van energie als werk dat nodig is om investeringen te realiseren. Bij dat laatste gaat het bijvoorbeeld om het bouwen en plaatsen van windmolens. Dat de werkgelegenheid in conventioneel opgewekte energie na 2014 terugviel wordt onder andere verklaard door teruglopende investeringen. Deze waren opgeschroefd door de bouw van drie steenkoolcentrales. Nadat de centrales waren opgeleverd vielen de investeringen in conventionele energie terug. Ook het besluit om de aardgaswinning te verminderen heeft waarschijnlijk aan de afname bijgedragen.
Meer banen door installatie zonnecellen
Verreweg de meeste werkgelegenheid in hernieuwbare energie en energiebesparing komt voort uit investeringen. De realisatie hiervan was in 2017 goed voor 51 duizend voltijdbanen. Sinds 2015 overtreft de werkgelegenheid vanwege investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparing die in conventionele energie. Binnen de investeringen in hernieuwbare energie heeft een verschuiving plaatsgevonden van biomassa naar andere typen.
In 2008 waren biomassa, biogas en aanverwante vormen samen met windenergie nog verantwoordelijk voor het grootste deel van de werkgelegenheid die voortvloeit uit investeringen in hernieuwbare energie. In die periode werd er bijvoorbeeld nog fors geïnvesteerd in biobrandstoffabrieken. Dit is de laatste jaren niet meer het geval, waardoor deze werkgelegenheid is afgenomen.
Terwijl de investeringen in biomassa daalden, stegen die in de overige vormen van hernieuwbare energie. De werkgelegenheid vanwege investeringen in zonne-energie nam het meeste toe: van ruim 2,3 duizend voltijdbanen in 2008 naar bijna 7 duizend voltijdbanen in 2016. Dit zijn voornamelijk banen in de installatiesector. Ook de werkgelegenheid vanwege investeringen in windenergie is in deze periode gestegen, tot 4,2 duizend voltijdbanen. Dit komt vooral door de bouw van windparken op zee. Daarnaast is de werkgelegenheid voortkomend uit investeringen in elektrisch vervoer de laatste jaren fors gestegen.
Conventionele energiewinning domineert in exploitatie
Bij de werkgelegenheid verbonden aan exploitatie voert de conventionele energiewinning nog altijd de boventoon. Zij was in 2017 nog altijd goed voor 32 duizend van de 35 duizend voltijdbanen in de energie-exploitatie. Wel is het zo dat de werkgelegenheid in de exploitatie van conventionele energie al een aantal jaar krimpt, terwijl die in de exploitatie van hernieuwbare energie groeit.
De werkgelegenheid in de exploitatiefase van hernieuwbare energie is sinds 2008 gestegen van 1800 naar 3100 voltijdbanen. De sterkste stijging vond plaats in de exploitatie van zonne-energie: in 2008 was de werkgelegenheid hierin nog verwaarloosbaar, terwijl deze in 2017 goed was voor bijna 600 voltijdbanen. Ook de werkgelegenheid in de exploitatie van windenergie, biomassa en biogas is gestegen. Wat biomassa betreft heeft de stijging onder andere te maken met de toenemende verbranding in afvalverwerkingsinstallaties in de periode 2008-2012.