In het kader van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opdracht gegeven voor een onafhankelijk onderzoek naar het marktpotentieel van carbon credits. Daarbij ligt de focus op construction stored carbon credits. Deze zijn afkomstig van de teelt van Nederlandse vezelgewassen, bestemd voor de productie van biobased bouwmaterialen. De publicatie van het onderzoek is nu beschikbaar. Het onderzoek is uitgevoerd door Nieuw Groen.

Momenteel is het saldo van vezelgewassen voor telers onvoldoende om te komen tot een aantrekkelijk verdienmodel. Met inzicht in het marktpotentieel van carbon credits kan de overheid beter onderbouwde beslissingen nemen over welke instrumenten en beleidsmaatregelen nodig zijn om de teelt van vezelgewassen te stimuleren.

Conclusies van het marktonderzoek

  • De markt voor Nederlandse carbon credits vertoont groeipotentieel, maar vereist bewustwording en beleidsinterventies om knelpunten te overwinnen en de vraag te stimuleren.
  • Een prijsrange van € 70 tot € 140 voor Nederlandse construction stored carbon credits lijkt realistisch. Concurrentie komt voornamelijk van goedkopere credits van projecten buiten Europa.
  • Nature based carbon credits dragen bij aan meerdere duurzaamheidsthema’s, zoals biodiversiteit, gezonde bodems en schoon water. Deze hebben daardoor meerwaarde op de vrijwillige koolstofmarkt. Deelnemers aan het onderzoek hechten ook meerwaarde aan carbon credits die in Nederland zijn gegenereerd, bijdragen aan de ontwikkeling van duurzame landbouw en/of bijdragen aan biobased bouwen.
  • Certificering van de carbon credits volgens internationaal erkende standaarden en adequate monitoring, verificatie en rapportage behoort tot de essentiële inkoopvoorwaarden.
  • 28% van de organisaties verwacht in de toekomst te zullen investeren in carbon credits, terwijl 45% it mogelijk acht. Ontwikkelingen in de Europese wetgeving, doelstellingen uit het Klimaatakkoord en toenemende vragen vanuit de markt zullen de vraag naar verwachting stimuleren.
  • Een gefaseerde groei in de marktvraag wordt verwacht, beginnend bij lokale overheden en intrinsiek gemotiveerde, duurzame bedrijven, gevolgd door grote bedrijven en uiteindelijk MKB-bedrijven. Onder invloed van een toenemend gevoel van urgentie ten aanzien van de klimaatdoelen, zal de focus binnen de organisaties in de loop van de tijd verschuiven van ‘emissiereductie’ naar ‘emissiereductie en CO2-vastlegging’.
  • De interesse van lokale overheden in carbon credits komt in de eerste plaats voort uit de bijdrage die ze kunnen leveren aan het realiseren van beleidsopgaven in de regio. De rol die de credits kunnen spelen in het bereiken van de klimaatdoelen van de interne organisatie is op dit moment geen aankoopmotief
  • Grote bedrijven zullen waarschijnlijk volgen bij het betreden van de markt voor carbon credit door toenemende wettelijke verplichtingen op het gebied van duurzaamheidsrapportages vanuit de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de druk die daardoor ontstaat, om zich in de markt positief te onderscheiden met klimaatbeleid.
  • MKB-bedrijven zullen indirect worden geconfronteerd met de eisen vanuit de CSRD, omdat de CSRD-plichtige grote bedrijven waaraan ze leveren informatie opvragen over de duurzaamheidsprestaties van hun toeleveranciers.
  • Met de aankoop van carbon credits kunnen  MKB-bedrijven zich onderscheiden richting grote bedrijven, waaraan ze leveren. Daarnaast is de verwachting dat het MKB op termijn ook wettelijke verplicht wordt tot het opstellen van een duurzaamheidsrapportage.
  • De huidige vraag naar Nederlandse carbon credits is nog beperkt, met 22.000 verkochte credits in vijf jaar en een voorraad van 200.000 credits. Een sterke groei in de vraag is noodzakelijk om een toekomstig aanbod van construction stored carbon credits bij te benen.
  • 17% van de ondervraagde organisaties heeft recent carbon credits ingekocht. 42% van deze aankopen waren afkomstig van Nederlandse projecten. Belemmeringen zoals gebrek aan kennis, prioriteit, twijfels over de betrouwbaarheid en effectiviteit van carbon credits en het ontbreken van een financiële of wettelijke prikkel, staan marktgroei momenteel in de weg.