De digitalisering zorgt voor een torenhoog elektriciteitsverbruik. Alleen datacenters al verbruikten in 2019 bijna 200 terawattuur (TWh), 1 procent van het wereldverbruik. Veel zit ’m in het dataprocessen door chips. Die worden steeds energie-efficiënter, maar dat wordt tenietgedaan door hogere performance-eisen van de gebruiker. ASML heeft als chipmachinefabrikant een sleutelpositie in het ontwikkel- en maakproces van de ic’s. Het bedrijf is ambitieus in het duurzamer maken van de machines, de eigen processen en die van de toeleveranciers. Downstream, richting de markt, veronderstelt de onderneming haar invloed minder te kunnen laten gelden.
- ‘Duurzaamheid zit altijd al in onze cultuur.’
- ‘De klant zal straks moeten accepteren dat in een splinternieuwe machine ook onderdelen zitten die eerder gebruikt zijn.’
- ‘De kennis van circulariteit zal toeleveranciers een voorsprong geven.’
- ‘De CO2-uitstoot moet terug naar nul in 2025.’
- ASML vol ambitie om zichzelf en toeleverketen veel duurzamer te maken
Marijn Vervoorn, director sustainability strategy van ASML: ‘Om tot een meer circulair product te komen, moeten wij en de toeleveranciers op een nieuwe manier gaan samenwerken. We zullen er beiden veel van leren.’
Twintig jaar zijn de engineers van ASML bezig geweest om de veelbesproken EUV-machine werkend te krijgen. Een chipmachine waarin een laserbron 50.000 keer per seconde op tindruppeltjes schiet om het EUV-licht te genereren dat nodig is voor het belichten van wafers met structuren van nanometers. ‘Als je engineers, toen ze met dat zeer lastige probleem bezig waren, had gevraagd om ook het energieverbruik van de laserbron te verlagen, hadden ze gezegd: “Laat ons nu eerst eens zorgen dat de bron raakschiet, dan kijken we daarna naar dat energieverbruik.”’
Duurzame cultuur
Toch, benadrukt Marijn Vervoorn, ‘zit duurzaamheid altijd al in onze cultuur. Onze engineers zoeken altijd naar hogere productiviteit, kwaliteit en efficiëntie. Dat helpt ook om de footprint van chips te reduceren.’ Daarnaast wil ASML het absolute energieverbruik van haar machines verlagen. De huidige EUV-machine, de NXE3400, consumeert plusminus één megawattuur. ‘We hebben een groot aantal innovatieopties geformuleerd die de efficiëntie verhogen zonder de betrouwbaarheid, kwaliteit en veiligheid van de machines aan te tasten. Daarvoor kijken we onder meer naar reductie van het energieverbruik in de koeling van systemen. De combinatie van een hogere productiviteit en efficiency moet het energieverbruik per wafer met 60 procent verlagen tegen 2025’, aldus Vervoorn, sinds augustus vorig jaar director sustainability strategy, een nieuwe functie binnen ASML.
Flinke ambities
Daarmee refereert hij aan een doelstelling in de Sustainability Strategy 2019–2025 om ASML’s CO2-uitstoot en grondstoffenverbruik fors te verlagen. In 2019 was die uitstoot 16,9 ton direct en 5,3 ton indirect via energieleveranciers; ruim 32 procent minder dan het jaar ervoor. En dat moet terug naar nul in 2025, vooral door te switchen naar duurzame energiebronnen, zo staat in het jaarverslag over 2019.
Daaruit blijkt echter ook dat alle andere indirecte CO2-uitstoot, geduid als ‘scope 3’, veel groter is: 6.500 ton over 2019. Daarvan wordt 34 procent veroorzaakt door leveranciers, 60 procent door het gebruik van de ASML-machines door klanten en 6 procent door logistiek en reizen. Als doelstelling voor 2025 wordt geen percentage genoemd, alleen ‘reduce’.
Wat het grondstoffenverbruik betreft: vorig jaar werd 417 kilo afval geproduceerd per 1 miljoen euro omzet (omzet 2019: 11,8 miljard euro). In 2025 mag dat nog de helft zijn en moet 85 procent ervan teruggewonnen worden. Dit door minder afval te produceren, circulair te engineeren en in te kopen bij leveranciers die geacht worden niet langer producten maar diensten te leveren. Kortom, flinke ambities.
Nog meer transparantie
Om die te realiseren is ASML in hoge mate afhankelijk van zijn meeontwikkelende supply base van honderden leveranciers (upstream). Inmiddels zijn gezamenlijke ontwikkeltrajecten gestart om te zorgen dat bepaalde modules zodanig ontworpen worden dat slijtdelen aan het eind van de lifecycle makkelijk uit te nemen en te vervangen zijn (design for reusability). Samen met een verpakkingsleverancier is gezorgd dat de kostbare bekisting waarin de chipmachines naar de klant verscheept worden, niet langer vernietigd maar teruggehaald en hergebruikt wordt (zie kader). ‘Om samen met de toeleverketen die duurzaamheidsdoelen te bereiken, moet de samenwerking nog transparanter worden dan die al is. Want als je samen zo in detail naar de configuratie van een module kijkt, bijvoorbeeld om te bepalen of een onderdeel beter geschroefd dan verlijmd kan worden, dan zul je nog meer kennis moeten uitwisselen, in een nog vroeger stadium van ontwikkeling dan we nu al doen.’
Wederzijdse stickiness
Van de suppliers wordt dus eerdere en intensievere betrokkenheid gevraagd. Vervoorn denkt echter niet dat dit hen meer tijd en geld gaat kosten. Wel, als de gezamenlijke inzet tot iets succesvols leidt, dat de wederzijdse ‘stickiness’ verder wordt vergroot. ‘Om tot een meer circulair product te komen, moeten we op een nieuwe manier gaan samenwerken. Daar zullen we beiden veel van leren. Het zal de supplier bijvoorbeeld inzicht geven in waarom een bepaald onderdeel is stukgegaan, hoe hij kan zorgen dat de performance ervan verbetert en hoe het hersteld en hergebruikt kan worden. Die kennis van circulariteit zal hem een voorsprong geven op zijn concurrenten en zijn positie versterken in de zeer interessante groeimarkt die de circulaire economie biedt. Milieuwinst zal voor hem ook businesswinst zijn. Die stickiness zal ons ook steviger verbinden aan één bepaalde leverancier. Maar vendor lock-in? Wij zijn vertrouwd met single sourcing, we weten hoe we daarmee moeten omgaan’, klinkt het zelfbewust.
Dat samenwerkingsproces in goede banen leiden vereist een verdere digitalisering van de informatie-uitwisseling. Er zal een informatiesysteem moeten komen om informatie te delen tijdens het ontwikkeltraject en, later in de lifecycle, over de onderhoudsstatus van onderdelen of om retourstromen goed te beheersen. Een systeem waarvan niet alleen de toeleveranciers van ASML gebruikmaken, maar ook de klanten.
Mentaliteitsverandering klant
ASML heeft dus ook een sustainability-missie richting de markt (downstream), waar die zeer grote, indirecte footprint veroorzaakt wordt en met circulariteit veel valt te besparen. ‘Om onze circulariteit te verhogen zal de klant moeten accepteren dat in een splinternieuwe machine ook onderdelen zitten die eerder gebruikt zijn. Ook al kun je met gedetailleerde documentatie aantonen dat dat onderdeel minstens dezelfde performance biedt als een nieuw exemplaar, dan nog kan dat de klant het gevoel geven dat hij niet de kwaliteit krijgt waarvoor hij betaalt. Dat betekent dat we zullen moeten bijdragen aan een mentaliteitsverandering bij de klant.’
Invloed downstream begrensd
Het ‘opvoeden’ van de klant gaat echter niet zo ver dat ASML zich gaat bemoeien met het ontwerp van de devices waarin de chips die haar machines produceren een plek krijgen. ‘De EUV-machine produceert chips met meer schakelingen op een kleiner oppervlak. Door de Wet van Moore te volgen verbruiken chips minder energie. Tegelijk vraagt de consument om steeds meer performance van hun devices. Dus bieden partijen als Apple, Microsoft en Samsung mobieltjes met bijvoorbeeld niet één maar vier camera’s die ook bij heel weinig licht high definition foto’s maken. Daardoor wordt de energie-efficiencywinst van die energiezuinigere chips tenietgedaan door devices die juist meer stroom vragen. Ja, ASML is een bedrijf met een sleutelpositie in de semicon, maar op het overgrote deel van die laptop of smartphone hebben wij geen directe invloed. Als je denkt dat wij ons mogen bemoeien met het ontwerp daarvan, dan overschat je ons.’
Computational lithography
Marijn Vervoorn is zich er echter wel van bewust dat oneindige economische groei er simpelweg niet inzit. ‘Wij zien de risico’s van klimaatverandering ook. Als mensheid hebben we nu eenmaal te maken met de begrensdheid van onze planeet. Vandaar ons businessmodel, waarin groei niet gekoppeld is aan ons energie- en grondstoffenverbruik. Dat zit al lang in onze cultuur. Refurbishen is daar al heel lang onderdeel van: 90 procent van onze installed base draait nog steeds. Om die machines bij de klant optimaal te laten functioneren, bieden wij onze computational lithography-technologieën aan. Of het dan logisch is dat we de volgende servitization-stap zetten waarin we eigenaar blijven van onze machines? Nee, de noodzaak daarvan zie ik niet. Prevent, extend & reuse, daar richten we ons op. We willen de inkoop van nieuwe onderdelen en materialen zoveel mogelijk voorkomen, de levensduur ervan verlengen en ze daarna een tweede leven geven.’
Foto: ASML
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Link Magazine en met toestemming overgenomen.